Recensie ‘Twee weken weg’- R. C. Sherriff

30 juni 2021 - Heiloo, Nederland

Lees van deze roman een pagina per dag en je raakt er bijna een jaar in verzeild (352 blz.). Op een dag of veertien na. Eenmaal aan ‘Twee weken weg’ begonnen, ben ik er in één dag doorheen, rustig ademhalend en genietend. Doorsnee gezin Stevens, bestaande uit vader, moeder en drie kinderen viert – negentig jaar geleden - zijn jaarlijkse vakantie. Dat doen zij elk jaar met dezelfde bestemming. Veertien dagen wég uit de grote stad (Londen) naar een vaste stek aan zee, in de jaren 1930. Opvallend voor mij, Hollands stadsjongetje uit de jaren 1950, zijn de ontroerende, geestige gewoonten, die ik voor een flink deel herken, indertijd met mijn ouders en twee jongere broertjes op vakantie. Vermaakten wij ons – slechts twee decennia later – aan het strand van de Hollandse Noordzeekust anders dan dit Engelse gezin in badplaats Bognor Regis, gelegen ten zuidwesten van hun woonplaats Londen? Luie middagen met een duik in zee en kuieren over de boulevard hoorden erbij, lange vrije dagen die stroperig traag voorbij smolten. Gezinsparallellen in het verre verleden van de vorige eeuw.

In mijn herinnering komt het graven van diepe kuilen aan het strand naar boven. Zo ver mogelijk van de branding, zo diep mogelijk. Het meegesjouwde houten trapje van ons stapelbed hielp de schatgraver in mij weer bovenaards te verschijnen, lachend om het zilte nat dat de muren van zand aan de voeten aanvrat. Onverantwoord kinderspel, besef ik nu. Risicovol avontuur dat ik bij de Engelsen, op zoek naar een verborgen schat, niet tegenkwam. Zij hadden een vlieger mee en een zeilbootje. Bovendien een slaghout voor een potje cricket. Wij Nederlanders waren idolaat van een potje voetbal. Al gebeurde in Bognor Regis niet zo heel veel, het verhaal lezend herleef ik oude tijden. Gouden tijden uit mijn eigen jeugd ...

Het boek van R. C. Sherriff geeft een inkijkje in de vakantiebeleving van elk van de vijf leden der familie Stevens. Details van alledaagse routines, vanaf de avond vóór vertrek tot en met – door onverwachte omstandigheden – een dagje extra. Vader die zich oplaadt voor de werksleur, die hem de vijftig komende weken weer opwacht. Moeder die brave pogingen doet om van de jaarlijkse uitspatting te genieten. Kinderen die kortstondige vriendschappen aanknopen. Voor de oudste dochter kijkt zelfs haar eerste zomerliefde om de hoek.

‘Meesterlijk nostalgisch strandstoelrealisme’, las ik ergens een reactie op het boek. Nostalgisch is Sherriffs verhaal beslist, gebaseerd op vakanties aan zee van de schrijver, die van 1896 tot 1975 leefde. ‘Oubollig’ dient zich in mijn brein aan. Zou de hedendaagse jeugd dit soort vakantieverhalen nuttigen?

Één ding staat voor mij als ‘senior’ lezer vast. Met zijn pen beschikt R. C. Sherriff over het vermogen om mij in simpele bewoordingen en op ingehouden wijze te ontroeren. Hij weet die lezer in mij onweerstaanbaar dicht bij de familie te brengen, op een intieme manier, alsof je met dat gezin bent meegereisd. Dat meebeleven, die herkenning, vind ik knap beschreven en heb ik met veel plezier verorberd.

1 Reactie

  1. Reggy:
    3 juli 2021
    Zo'n 50er jaren vakantiebeleving herken ik tot in de 60er jaren. Scheveningen met mijn zusje en moeder ( vader in buitenland onze vakantie financieren). Ik herken het sfeertje en de beschrijving prikkelt mijn interesse, vanuit de gedachte: "even terug naar toen"