Het romantische decor van Ronda (4)

12 januari 2018 - Ronda, Spanje

Naast Hemingway is ook James Augustine Aloysius Joyce onder de indruk van Ronda. De Ier wordt als een van de belangrijkste schrijvers van de 20e eeuw gezien. In Ronda legt hij de laatste hand aan zijn magnum opus ‘Ulysses’. Die pil kostte mij enorme inspanning. Aan werk van Rainer María Rilke, een van de belangrijkste lyrische dichters in de Duitse taal, heb ik mij nooit gewaagd. Zijn literaire nalatenschap bevat mede een omvangrijke briefwisseling. Over paradijsje Ronda schreef Rilke in een brief aan Rodin: ‘Het is een onvergelijkbare landstreek, een stenen reus die deze kleine stad op zijn schouders torst’. Grappige metafoor in de wetenschap dat wij binnenkort richting Atlas afreizen.

Moorse invloeden, Arabische woorden. In Andalusië staat op onze menukaart nog een copieuze hoofdschotel, waar we in Ronda pas van het voorgerecht smullen. Neem de Almocábarpoort. Deze ontleent haar naam aan het Arabische ‘Almaqábir’, poort van de begraafplaats. De Almocábar verleende toegang tot Barrio Alto en het oude Arabische stadsdeel (medina). De esplanade tegenover de poort werd door de Arabieren als Musalla gebruikt, plek voor grote religieuze plechtigheden, en als Musara, de plaats waar ruiters zich in de rijkunst oefenden. Medina, Musalla, Musara. Malaga in het verschiet. Nadien Marrakech. Mmm …

Vanuit de Alameda-tuinen, in het begin van de 19e eeuw aangelegd, werpen we een laatste blik op de vallei. Onder ons stroomt de Taag, op 177 meter diepte, toplocatie om te bungee-jumpen, een ordinair idee. In de tuinen bevindt zich de door Vicente Bolós in 1954 ontworpen gedenksteen voor don Pedro Romero, stamvader van Ronda’s stierenvechtersdynastie. Staat ordinair voor smakeloos en vulgair, geldt dit dan ook voor Plaza de Toros van Ronda, hoe mooi het bouwwerk ook oogt? Dit heiligdom van de stierenvechter te voet, oudste van de gebouwen waarin de moderne kunst van het stierenvechten wordt beoefend, staat vlakbij ons hotel. Het is op 11 mei 1784 in gebruik genomen. Geloof het of niet, de tribunes stortten meteen in, restauratie volgde prompt. Een jaar later is de arena opnieuw ingehuldigd, met rivalen Pedro Romero (1754-1844) en Pepe Hillo (1754-1801) als torero’s in het strijdperk.

Sevilla leidde ons al eens in zijn stierenvechtersarena rond. Achter de schermen een boeiend avontuur, met name omdat er NIET werd gestreden. De Plaza van Ronda, vijfduizend zitplaatsen, was echter gesloten. Slechts een levensgrote foto toont ons een volmaakte cirkel met dubbele rij arcaden van op 136 Toscaanse zuilen rustende verlaagde bogen. De koninklijke loge valt onmiddellijk op, met overvloedige decoratie en geribde zuilen. Ik lees over Pedro Romero, over zijn bijdrage aan fundamentele regels van stierenvechten: stilstaan, ophitsen, domineren. Hoewel hij de ‘School van Ronda’ sticht, lijkt hij wel een hooligan. Zijn palmares draagt het bloed van bijna zesduizend gedode stieren.

Al valt er nog veel te zien - van Museo del Bandolero tot Flamencoshow van Celia Morales -, we vinden het hoog tijd om Ronda achter ons te laten. Jerez de la Frontera staat te wachten. De sherryglazen in ons hotel aan Avenida Alcalde Alavro Domecq worden al ingeschonken.

(einde)

Foto’s

1 Reactie

  1. Marijke:
    12 januari 2018
    Vier dagen romantisch decor van Ronda is een groots decoratief eerbetoon aan een stad die nul overeenkomst vertoont met--om maar een stedelijke gooi te doen---Deventer (of noem maar op) hoe leuk die stad ook aan de IJssel ligt. M.a.w je biedt blikveldverbreding!