Saädidische graven, Bahia-paleis, soeks

24 februari 2018 - Marrakech, Marokko

De dag na mijn verjaardag wacht een excursie. Abdul, onze gids, komt met taxi en chauffeur langs voor zes: onze Belgische en Duitse kornuiten gaan ook mee. Het is fris, hoewel de zon uitbundig aan een blauwe hemel straalt. In ons ploegje heerst een verre van begrafenisstemming, al betekent grote plein El Fna ‘Samenkomst der doden’, verwijzing naar de tijd waarin hoofden van criminelen hier op spiezen werden getoond.

Wij hebben best geslapen, smakelijk ontbeten en inspirerende stadsparels in het vooruitzicht. Om te beginnen de afgelegen begraafplaats van een dynastie die schrijfster Edith Wharton roemde om ‘barbaarse gebruiken, maar zinnelijke verfijning’. Ik ben geen genealoog. Zou zij verre familie van good old Aboriginal mate Herb Wharton zijn, Australische verhalenverteller en schrijver?

De 66 koninklijke tomben liggen aan het einde van kronkelige straatjes in het zuiden van de medina. Rond een vredige tuin liggen drie grote grafkamers met graven uit eind 16-e, begin 17e eeuw. Tot de jaren 1920 waren die van de wereld afgeschermd en bleven derhalve voor het grote publiek onbekend. Een nieuwsgierige Franse ambtenaar onthulde de graftombes. Het complex oogt bescheiden van omvang. Het is echter prachtig in Alhambrastijl versierd met bewerkt cederhout, stucwerk en kleurige tegeltjes met allerlei patronen die in het Arabisch ‘zellije’ of ook wel ‘zelliges’ heten.

Moslims zetten binnen 24 uur na overlijden de teraardebestelling in gang. Het dode lichaam wordt na een rituele wasbeurt in een grafkleed gewikkeld, waarna het direct in de grond wordt gelegd, op de rechterzij en met het gezicht naar Mekka. De graven zijn verhoogd, zodat er niemand overheen kan lopen. De islam verbiedt cremeren.

De Saädiërs maakten Marrakech in 1554 tot de nieuwe hoofdstad van hun rijk. Zij drukten hun stempel op de geschiedenis en het lot van de stad. Eind jaren ’60 van de 17-e eeuw stortte hun rijk in. Marrakech viel als laatste bolwerk in 1669, de markering van een tumultueuze periode in de historie van Marokko. Liefst acht van de Saädische sultans werden vermoord.

Het Bahia-paleis (Bahia staat voor briljant) is rond 1890 door een machtige grootvizier gebouwd. Een klein paleis met een grote oprijlaan. Pijlen leiden ons over verschillende binnenplaatsen en door privé-vertrekken van de vizier en zijn vier vrouwen. Elke kamer is weelderig van tegeltjes voorzien, we ontdekken een zee van zelij-werk, bewerkt pleisterwerk en houtsnijwerk. De regerende sultan Abdel Aziz vond de rijkdom van de Bahia de moeite waard om het paleis na de dood van de vizier te plunderen.

Tot besluit van ons uitstapje leidt Abdul ons door de soeks van Marrakech, met een oppervlakte van zo’n 200.000 vierkante meter de grootste van het land. Ten noorden van het grote centrale plein dolen we door een indrukwekkende hoeveelheid bazaars, waarvan de verkopers continu onze aandacht vragen. 

“Kopen, kopen, mooi, mooi. Speciale prijs, beste prijs”. 

Tapijten, lampen, sieraden, muiltjes, maar ook ingrediēnten voor toverspreuken. Het is een boeiende, waardevolle les. Eentje in geschiedenis, in uithoudingsvermogen en … in (on)handigheid om de portemonnee in de zak te houden!

Foto’s

2 Reacties

  1. Marijke:
    24 februari 2018
    Dodenrijkjes, bloedige historie, rijke versiering, kleurrijke sier, kijke kijke niet kope, regenboogErna op foto: boeiend dwalen door Marrakech, blikverruiming!
  2. Cor Kluijtmans:
    2 maart 2018
    Interessante, mij volledig onbekende, informatie. De soeks is wel bekend en ik kan me gelijkaardige ervaringen herinneren. Even lastig maar achteraf onvergetelijke ervaring.