Naar Schotlands ‘Gateway to the Isles’

24 juni 2016 - Ullapool, Verenigd Koninkrijk

Opnieuw gaan we de Atlantische Oceaan een blik waardig keuren, een reisdoel dat wij al vaker voor ogen hadden, steeds vanuit andere invalshoek. Dit keer via Ullapool in het noordwesten van Schotland, waar veerboten de verbinding tussen vasteland en voor de kust gelegen eilanden van de Hebriden onderhouden. Orkney’s en Shetland-eilanden bereiken we vast niet, Stornoway op de noordelijke helft van het eiland Lewis mogelijk wel.

Ullapool is een grote vissers- en veerhaven, voor mij een aantrekkelijke, boeiende plek om rond te neuzen. De plaats is de belangrijkste aan de noordwestkust, het hele jaar door onderhouden autoferry’s de verbinding met de Buiten-Hebriden naar Lewis. Een soort IJmuiden, stel ik mij voor, qua inwonertal echter veel kleinschaliger met ongeveer dertienhonderd inwoners. Ullapool is in 1788 door de Fisheries Association aangelegd ter bevordering van de haringvangst. In de haven heerst economische bedrijvigheid, maar toestroom van toeristen naar de sfeervolle trekpleister komt ook door tal van restaurants en kunstnijverheidswinkels.

Eerder al komen we in toeristenplaats Oban aan de westkust, met achtduizend inwoners nog kleinschaliger dan Ullapool, goede uitvalsbasis voor tochten per veerboot naar Hebrideneilanden als Mull, Coll of Tiree. Hieraan dankt het aardige dorpje dan ook zijn bijnaam ‘Gateway to the Isles’. Of we tijd voor een bezoek aan Mull zullen hebben, is de vraag. Alleen al de overtocht vanuit Oban duurt 45 minuten, eventuele wachttijden daargelaten, en de sfeervolle eilandhoofdplaats Tobermory ligt ook nog eens 35 kilometer naar het noordwesten. Het moet met een bont gekleurde huizenrij langs een baai een van de fotogeniekste kustplaatsen van Schotland zijn, die wij naar ik vermoed tot onze verbeelding moeten verwijzen. Wel gaan we vanaf het ‘Colosseum’ in Oban van een prachtig uitzicht over haven en zee genieten.

Het ‘Colosseum’ is een bezienswaardigheid die al van veraf is te zien. Ter bestrijding van werkloosheid in de stad - en ter vermeerdering van zijn eigen roem - liet de bankier MacCaig in 1897-1900 een monument oprichten dat doet denken aan het Colosseum in Rome. Zijn merkwaardig aandoende ‘MacCaig’s Tower’ torent hoog boven Oban’s haven uit. Na het overlijden van de filantroop zetten zijn erfgenamen het geldverslindende project ten behoeve van de werkverschaffing stop. Wij beklimmen het ‘Colosseum’ om boven de haven uitzicht over zee en op eiland Mull te hebben.

Onze rit van Oban naar Ullapool vergt zo’n 350 kilometer. De route in noordelijke richting brengt ons door Wester Ross, een ruig gebied met de oudste bergen op aarde, waar wilde katten, edelherten en roofvogels leven. Het moet een fantastische streek zijn, afgelegen, met bergachtig landschap en grillige kustlijn vol diep ingesneden inhammen. 

Het boven Ullapool gelegen onbewoonde eiland Handa is een van de grootste beschermde natuurgebieden voor zeevogels. Zeekoeten, meeuwen en papegaaiduikers krijsen constant op en rondom steile rotsen, die wij vermoedelijk niet met voeten zullen (be)treden. Bij de aanlegsteiger van de veerboot naar Handa - in Tarbet - stappen wij wél het Shorehouse binnen. Daar serveert men namelijk uitstekende vis, schelp- en schaaldieren. Om onze vingers af te likken!

3 Reacties

  1. Marijke:
    24 juni 2016
    Je bent een voorstudiebolleboos!
    Regenkleding en truien, dassen, mutsen, laarzen zullen hopelijk niet nodig zijn, maar ja, Schotland hè.
    En zouden de Schotten dan al druk doende zijn zich af te scheiden van the UK, die dan Ununited wordt?
  2. Marijke:
    24 juni 2016
    Je bent een voorstudiebolleboos!
    Regenkleding en truien, dassen, mutsen, laarzen zullen hopelijk niet nodig zijn, maar ja, Schotland hè.
    En zouden de Schotten dan al druk doende zijn zich af te scheiden van the UK, die dan Ununited wordt?
  3. Cor Kluijtmans:
    25 juni 2016
    Ik was ook ooit in Oban en we reisden naar de isles Mull en Iona, waarbij vooral het laatste een onvergetelijke indruk achterliet, heel kleinschalig (één kantine-achtige pub) en de resten van wat ooit een indrukwekkende abdij was. We sliepen trouwens in het om meerdere, vooral hilarische, redenen onvergetelijke Royal Hotel in Oban.