Naar de Schotse Hooglanden (3)

Vanuit Inverness nemen we de route langs de westoever van Loch Ness. Dit meer bevat het meeste water van alle meren in Groot-Brittannië, wellicht omdat het beruchte monster vaak dorst heeft. Halverwege is een parkeerplaats, vanwaar we de ruïne van Urquhart Castle kunnen bezoeken. Op weg naar Fort William vervolgen we onze weg zuidwaarts via Fort Augustus en Spean Bridge. 

Vanuit het leuke toeristenplaatsje Fort William kunnen we de 1.343 meter hoge berg Ben Nevis zien. Zien of beklimmen, twee verschillende activiteiten. De eerste kost geen moeite, de tweede is veel moeite waard vanwege het bijzondere landschap. In de buurt van Fort William is ook Neptune’s Staircase te bezichtigen, acht sluizen die een spectaculair onderdeel van het Caledonian Canal vormen. Het fort dat hier in 1690 is gesticht, is naar Willem van Oranje genoemd. Aan het einde van de 19e eeuw moest het voor een spoorlijn wijken. Het West Highland Museum verhaalt over de geschiedenis van de Jacobieten en geeft een merkwaardig ‘verborgen’ portret te zien van Bonnie Prince Charlie, geschilderd op een cilinder en zichtbaar in een spiegel.

Even ten zuiden van Fort William kunnen we naar Glen Coe afzakken, het indrukwekkendste dal van Schotland, met mooie rotspartijen. Dit dal wordt aan de noordkant begrensd door de uitgestrekte bergrug Aonach Eagach. Ach, ach, dat wordt een vermoeiende wandeling, waar goede conditie en enige ervaring voor nodig zijn. Het bezoekerscentrum van de National Trust for Scotland, die het grootste deel van het dal beheert, zullen wij ongetwijfeld binnenstappen. Ook gaan we naar het nabijgelegen Glen Etive, dat naar de kop van een zeearm leidt en een woeste indruk maakt.

Het einde van onze rondreis komt in zicht. We reizen via Tyndrum en Crianlarich verder en komen in het schitterende Loch Lomond National Park. Het Loch Lomond is liefst 36 kilometer lang en behoort tot de drie langste meren van Schotland. Langs de oostelijke oever loopt de beroemde West Highland Way, een lange afstandswandelroute van 157 kilometer in totaal. Die gaan we dus niet - zelfs niet in delen - afleggen. Wij houden ons aan de autoroute langs de westkant, waar we een gedeelte van de WHW kunnen bewandelen.

Onze laatste overnachting is in Callander. Hier is ook een bezoekerscentrum met informatie over de Trossachs en de legendarische figuur Rob Roy - de Schotse ‘Robin Hood’ -, volksheld en vrijbuiter die zijn buit met de armen deelde. Het gebied van de woeste, romantische Trossachs is wereldberoemd geworden door Sir Walter Scott met zijn verhaal in dichtvorm ‘The Lady of the Lake’, uit 1810. Het woord ‘trossachs’ betekent ruw en ruig land. In het begin van de 19e eeuw was deze streek volslagen ontoegankelijk. De clan van Red Robert MacGregor, heerser over dit afgelegen, dichtbeboste gebied van dalen en kloven, bood een ideale achtergrond voor de historische verhalen van Sir Walter Scott. Zijn ‘The Lady of the Lake’ brak alle records. Net als duizenden lezers gaan ook wij naar de plaats van handeling bij Loch Katrine, mooi besluit van onze trip door de Schotse Hooglanden.

(einde)