Stadswandeling door Haarlem (deel 1)

25 november 2014 - Haarlem, Nederland

In de eerste helft van de 21e eeuw heb ik zin om een wandeling door een van de belangrijkste steden van Holland uit het eind van de middeleeuwen te maken. Vreemd, ik kom er vrijwel nooit, terwijl de plaats historisch en cultureel interessant is. Haarlem, schildersstad en schrijversstad onder de rook van mijn geboortestad Amsterdam en van mijn huidige woondorp, dat onder de geur van kaasstad Alkmaar ligt. Ik wil Haarlem te voet verkennen, stad van ongeveer 160.000 inwoners aan de rivier ‘het Spaarne’ in de regio Kennemerland. Als provinciehoofdstad de tweede stad van Noord-Holland na landelijke hoofdstad Amsterdam. Haarlem is trouwens een van de oudste steden van Holland, ontstaan waar grote handelswegen het Spaarne als waterweg en de heerweg als landweg het dichtst naderden. Op een landtong in het Spaarne.

Een geestelijke van de Utrechtse Sint Maartenskerk zette aan het begin van de 10e eeuw de naam Haralem voor het eerst op papier. Op het document van kerkelijke bezittingen staat de plaats Haralem met drie boerderijen vermeld. Ik kom er ook achter dat de plaatsnaam waarschijnlijk een verbastering van Haarloheim zou kunnen zijn. Heim hangt samen met heem, dat ‘woonplaats’ betekent. Haarloheim zou dan voor ‘woonplaats op hoge zandgrond (haar) in het bos (lo)’ staan. Helemaal zeker is dit niet, want haar had vroeger ook andere betekenissen.

Haarlems bijnaam is Spaarnestad en Haarlemmers worden wel muggen genoemd. In de 14e en 15e eeuw gold het woord mug als scheldnaam. Meer voor de hand ligt de verklaring dat er vroeger veel muggen in Haarlem waren, maar dan vraag je je onmiddellijk af waar dat dan weer door komt. Een alternatieve uitleg slaat op muggenziften, dat Haarlemmers graag zouden doen. Ook verhaalt een sage over een heks, die Haarlemmers in muggen verandert als zij niet naar haar luisteren. En heksen hebben wel degelijk bestaan, met name in het lo!

Hoe het ook zij, Willem II van Holland schenkt de stad in 1245 stadsrechten. Ik wandel dus door een historische binnenstad. Maar ik kom niet voor de twaalfduizend ‘muggen’ die in het centrum wonen, omringd door grachten en singels. Ik wil oude straatjes bewandelen, monumenten zien, hofjes aanschouwen. Anders dan die enkele keer dat ik over de Grote Markt door het hart van Haarlem fietste. Toen schoot ik snel aan Stadhuis, Vleeshal en ‘Grote of Sint Bavokerk’ voorbij. Misschien wel rapper dan Anthony Fokker, toen hij in zijn Spin 3 - de derde versie van het eerste Nederlandse vliegtuig - boven het stadscentrum rond de ‘Oude Baaf’ vloog. Een vlucht ter gelegenheid van Koninginnedag 1911, om die enorme kerk heen, met zijn bijna tachtig meter hoge toren die de skyline domineert. De kerk ook waarin vele bekende musici, waaronder Mozart, op het wereldberoemde Müllerorgel hebben gespeeld.

Ik wil niet op maandag of zaterdag in Haarlem zijn, als de weekmarkt op de Grote Markt plaatsvindt. Ook vertoon ik mij daar niet op de jaarlijkse kermis of bij andere evenementen. Dat heb ik vroeger in mijn hardlooptijd gedaan, toen de TROS’ Halve Marathon van Haarlem vanaf de Grote Markt vertrok. Zenuwslopende drukte om met spoed van weg te spurten. Ik ben de stad dit keer op een doordeweekse dag via het NS-station uit 1908 aan het Stationsplein binnengekomen. De schepping in Jugendstil van architect Dirk Margadant draagt een grote stalen kap, waaraan in- en uitgang ondergeschikt zijn. De muren zijn van baksteen, op de hoeken staan torens. Onder het busstation voor de NS-entree besef ik het bestaan van de grootste fietsenkelder van Europa. Ik heb geen rijwiel bij me en stap flink de Stationsbuurt door, gebouwd in de tweede helft van de 19e eeuw. Hier staan aardige villa’s aan het Kenau- en Ripperdapark en op de Bolwerken, riante onderkomens uit de jaren ’60 en ’70. Louis Paul Zocher, de Haarlemse (tuin)architect, ontwierp deze villaparken. Ik ga voort over de Kruisweg, kijk op de Nieuwe Gracht verlekkerd naar de grote patriciërswoningen en vervolg mijn route door de Kruisstraat.

Ik ontdek in de Krocht het ‘Hofje van Oirschot’. In 1300 stichtte de broederschap der Heilige Geest hier het ‘Heilige Geesthuis’. Ene Wouterus van Oorschot gaf in 1768 opdracht tot stichting van het naar hem genoemde hofje. Hij plaatste een tekst van zichzelf op het middengebouw:

‘Wouterus van Oorschot

Laat hier zijn liefde blijken

Den Armen tot troost

En voorbeeld aan de Rijken’

In de jaren ‘60 van de vorige eeuw stond Oorschots hofje volop in het landelijke nieuws. In de tuin was een standbeeldje van Eva geplaatst. Adams eerste vrouw beeldig in haar blootje, voor die tijd nogal ongewoon. Ik herinner me uit die tijd een spraakmakende PSP-affiche. Ophef en vertier in 1970, meneertje. Het voor gelovigen ‘blote wijf’ Saskia H. stond als postervrouw voor de Pacifistisch Socialistische Partij én als icoon van een tijdperk nakend ontwapenend met een koe in de wei. Bloot, beeldschoon en blij, beeld van de vrijgevochten sixties, à la Phil Bloom in VPRO’s Hoeplala. Hoe natuurlijk wil je het bloemetje hebben.

Ik bezoek Haarlem niet om te winkelen, maar aan drie belangrijke Haarlemse winkelstraten valt vrijwel niet te ontkomen. Zijlstraat in westelijke, Barteljoris- en Grote Houtstraat in zuidelijke richting. Alsof ik in dezelfde jaren ‘60 terugkeer, met Monopolypionnen en dobbelstenen op de huiskamertafel. Toen kon ik ten minste wat kapitale huizen, soms zelfs een kuxueus hotel aanschaffen. Kanskaarten genoeg. In de realiteit van het heden stap ik schoorvoetend de Barteljorisstraat in. Daar tref ik naast leegstaande panden de voormalige klokkenwinkel van Ten Boom aan, in de tweede wereldoorlog een schuilplaats voor onderduikers. Tegenwoordig is het een gratis toegankelijk museum, de openingstijden staan ter plaatse aangekondigd. Ik sla rechtsaf de Zijlstraat in en ga achter het stadhuis linksaf via de Pandpoort het Prinsenhof op. De tuin van het Prinsenhof was oorspronkelijk kloostertuin en na 1477 kloosterkerkhof van de Dominicanen of Predikheren. Ook de naam Jacobijnestraat herinnert aan deze monniken, die vaak Jacobijnen werden genoemd,  naar hun klooster in de Rue St. Jacques te Parijs. De Prinsenhof is in 1721 omgetoverd in Stadskruidentuin of Hortus Medicus. In het midden van deze tuin plaatste het voormalig Geneeskundig Genootschap ter ere van Lourens Janszoon Coster een stenen beeld, gemaakt door beeldhouwer Gerrit van Heerstal. Dit beeld werd in 1801 naar de Grote Markt verplaatst. Op 16 juli 1856 - een voor Haarlem belangrijke dag tijdens het Lourens Janszoon Costerjaar - werd het stenen beeld van de uitvinder van de boekdrukkunst teruggebracht van de Grote Markt naar de Hortus Medicus op het Prinsenhof. Op de Grote Markt is in dat jaar het bronzen beeld onthuld, dat er nu nog steeds staat.

Vanaf het Prinsenhof heb ik dus de Jacobijnestraat en Koningstraat onder handbereik. In de Koningstraat tref ik het ‘Huis van Schagen’, genoemd naar Johan van Beveren van Schagen. Hij woonde er van 1584 tot 1601 en liet het van oorsprong middeleeuwse huis belangrijk verbouwen. De toegangspoort stamt uit 1631. In 1881 werd het huis opnieuw ingrijpend verbouwd en tot schoolgebouw annex klooster uitgebreid. Ook vind ik in de Koningstraat tot mijn voldoening het geboortehuis van Nicolaas Beets, auteur van de ‘Camera Obscura’. Op de middelbare school hoorde dat werk, geschreven onder het pseudoniem Hildebrand, tot verplichte leeskost.

Ik steek de Gedempte Oude Gracht over. In het gebouw van Vroom & Dreesman is de piepkleine, maar indrukwekkende drogisterij ‘Van der Pigge’ ingebouwd. Toen reus V&D alle panden hier opkocht, verzette de drogist zich met hand en tand. De gaper anno 1849 laat zich nog altijd als markante verzetsheld zien. Ik mag dat wel, mijn stelling luidt: 'Klein maar fijn'.

(Meer over stadswandeling door Haarlem? Zie delen 2, 3 en 4. Kijk ook op http://www.petersamuel.blogspot.com voor de fotoserie)

3 Reacties

  1. Marijke:
    25 november 2014
    Haarlem, geboortestad van Cees, stad waar wij enige jaren gewoond hebben in de Duvenvoordestraat [ zijstraat van de Zijlweg], stad waar ook onze oudste zijn eerste levensjaar doorbracht, stad waar ik uren in ronddoolde, stad waar beide broers van Cees wonen, zij het in stadsdeel Schalkwijk---ach ja, Haarlem met zijn vele historische panden. Goed om daar 's 'verhaal' te halen en er 'verhaal' te schrijven!
  2. Hans Samuel:
    25 november 2014
    Vreemd: het eerste wat Haarlem bij mij oproept, is de 'Haarlemmer Houttuinen' een volksbuurtje aan de rand van de Jordaan. Waarom weet ik niet. Het zullen die twee woorden zijn. Zoiets heb ik ook met takkenbos. Liefde; zonder logica. Wel logisch (en Haarlems) is de herinnering aan de drie Haarlemse straatnamen van het Monopolyspel en dat nog wel direct na de gevangenis. Want juist die gevangenis staat het meest in mijn geheugen gegriefd. Via Halfweg gingen we naar Santpoort (dus niet Zandvoort). In Haarlem kwam je dan langs de koepelgevangenis. In Breda en Arnhem staan de andere twee.
    Over ruim een jaar - in 2016 - sluit de Haarlemse haar deuren. Wat gaat het worden? Een hotel? Een zwembad? Een asielzoekerscentrum? Het antwoord op die vragen houdt me niet echt bezig. Ben meer benieuwd naar het vervolg van dit reisverhaal. Peter herinnert zich ongetwijfeld het Santpoortse Haleber-doel maar of gevangenissen tot zijn interesses behoren, waag ik te betwijfelen. Ben benieuwd of hij een plaatje van de koepel heeft geschoten.
  3. Peter:
    26 november 2014
    Hé, wat grappig, een reactie van een 'aangenaam mens uit de Haarlemmer Houttuinen'. Stond daar een takkenbos hout voor de deur, als liefde zonder logica? Via Monopoly de bak in, ik wist niet dat jij ook kansen in dat spel waagde. En dat terwijl je geheugen gegriefd is. In 'Memory', een ander spel, heet dat gegrift, maar ja, als je al zo lang Spanjool bent en terecht trots op Barsa, mag je je door Ajax gegriefd voelen. Santpoort en de familie H. herinner ik mij al te goed. Spannend huis boven de AH-winkel in de Hoofdstraat, goede herinneringen. Gevangenisinteresse bezat ik niet, nog steeds niet eigenlijk, maar ik ga morgen weer om (op) de koepel te schieten. NB. Het lijkt wel of jij met Marijke correspondeert, of zie ik dat verkeerd?