Terugblik op fietstocht naar Frankrijk (deel 1)

20 juni 2017 - Avioth, Frankrijk

Mijn reis van Limmen via de Belgische Ardennen naar Montaigut-en-Combrailles en Frontignan-Plage, vervolgens voor het grootste deel met de trein terug naar huis, ontregelt mijn lijf zodanig, dat ik na thuiskomst een week nodig heb om weer in het gareel te komen. Terugdenkend aan dit avontuur besef ik wat voor idioterie ik eigenlijk heb uitgehaald. ‘Courageux’, maar wel idioot. Redelijk onvoorbereid, vroegtijdig in het seizoen, slechts slaapzak en schone fietskleren mee, het zijn eigenlijk ontoereikende aspecten om zo’n klus te klaren. Goede wegenkaarten of een navigatiesysteem zijn onontbeerlijk. De eerste moet je vooraf aanschaffen, de tweede moet je voor het buitenland thuis op je smartphone regelen.

Weet ik veel … Weet ik beter … Ik koers ‘Ins Blaue hinein’ naar het zuiden …

Ik zie me nog op de eerste dag vanuit Maastricht, waar ik per trein aankom, België op m’n fiets binnenrijden. Ongewisse toestand. Tot hoever zal ik gaan, waar vind ik een slaapplaatsje?

Uiteindelijk heb ik steeds en overal mijn weg gevonden, mijn hoofd te rusten kunnen leggen en mijn maag kunnen vullen. Al heb ik voor dat laatste een enkele keer moeten overslaan. Een mens blijkt tot veel in staat, zelfs als hij in zijn ‘opdracht’ niet echt is getraind. Natuurlijk heb ik in eigen omgeving als mooi-weer-fietser veel kilometers afgelegd. Met een zwaar beladen fiets de Ardennen doorkruisen is echter andere koek dan een lichtgewicht fietsje door Noord-Hollands duingebied verplaatsen.

Honderd kilometer op een dag verbeeld ik mij aan te kunnen. Hoeveel dagen achter elkaar, daar heb ik geen idee van. Dat valt in deze trip redelijk tegen. Van vijftig tot tachtig à negentig per dag, dan mag ik de handjes dichtknijpen. Mijn langste afstand is die vermoeiende dag op de terugreis vanuit Noord-Frankrijk naar het Belgische Dinant. Een trip die ik heb overschat - hoe mooi ook, langs de Maas -, want hij kostte me 125 kilometer inclusief twee lekke banden. Dan voel je je behoorlijk afgepeigerd. Vooral als je in Dinant nog weer de nodige kilometers terug moet om onderdak te vinden. Overigens welverdiend luxe onderdak, om te beginnen met een halve liter bier direct na aankomst. In Castel de Pont-à-Lesse, ‘Un ressourcement et un dépaysement à proximité’ … oftewel ‘Herbronnen dicht bij huis!”.

Zo veel bier heb ik in de warmte trouwens ook weer niet gedronken. Ik besef dat de gele rakkers voor fietsers geen geschikte dorstlessers zijn. Schuim zakt naar de knieën, die vervolgens geen kracht meer overhouden om hun rondjes te draaien. Uiteraard heb ik aan de zilte Méditerrane zee wel - zowat dagelijks - een pintje genuttigd. Misschien stomme gewoonte, maar voor mij hoort dat er nu eenmaal bij.

Zelfs in Orval met zijn abdij, waar ik bezoekers hun auto zie volladen met kartonnen vol abdijbier, kies ik - met pelgrimgangers Jan en Karlien - voor een kopje koffie. Hiermee voelen wij ons het prettigst in de ontmoeting met het verleden. De Cisterciënzer-abdij was van grote betekenis voor de verzorging van de middeleeuwse pelgrims. Het hotel-restaurant even verderop neemt die taak voor ons over. Het kloosterwinkeltje verkoopt alleen abdijproducten als bier, kaas en honing. Ik maak daar geen gebruik van en trek mijn spoor in mijn eentje verder naar de Belgisch-Franse grens, die ik in Limes passeer.

Avioth is een dromerig dorpje in de groene vallei van het riviertje de Thonne. Hier staat een Notre Dame, opvallend groot, rijk met fijn beeldhouwwerk versierd. De kerk stamt uit de 13e - 15e eeuw en is in 1993 bij pauselijk besluit tot basiliek verheven. In de Eerste Wereldoorlog heeft het Duitse leger het heiligdom misbruikt als paardenstal van zijn cavalerie.

(wordt vervolgd)

1 Reactie

  1. Marijke:
    20 juni 2017
    Al lezend mee kunnen meanderen op jouw fiets-en treinreizen geeft stukken luier plezier dan jouw realiteit van vaak ploeterend moeten afzien. Je mag je avontuur dan hier en daar onderschat hebben, je hebt een topprestatie geleverd! Geeft vast grootste voldoening!