Terugblik op fietstocht naar Frankrijk (deel 6)

28 juni 2017 - Moulins, Frankrijk

Na een ochtendje in Nevers te hebben doorgebracht, ligt Moulins sur Allier in het verschiet. Moulins met rond twintigduizend inwoners is de hoofdstad van het departement Allier. Lange tijd was het de residentie van de hertogen van Bourbon. De 15e eeuw was een bloeitijd. De hertogen nodigden destijds beroemde kunstenaars naar de stad, waaronder de ‘Meester van Moulins’. Dit is de noodnaam van een Franse of uit de Nederlanden afkomstige kunstschilder, die in elk geval in de periode van 1480 tot 1500 actief was. “Meester van Moulins’ verwijst naar zijn bekendste werk, een drieluik uit 1498, dat zich in de kathedraal van Moulins bevindt. Van het paleis van de hertogen van Bourbon is alleen een donjon overgebleven die men tegenwoordig ‘La mal-coiffée’ noemt. Het dak past namelijk niet bij de rest van het 45 meter hoge gebouw uit het eind van de 14e eeuw. 

Moulins is een traditierijk stadje aan de rivier Allier, modern met een oud centrum. De naam komt van de schipmolens, die tot het eind van de 18e eeuw bij honderden in de stroming lagen te deinen. Mooie vakwerkhuizen met hoge, uitkragende gevels en burgerwoningen uit de 15e tot 18e eeuw flankeren de straat naar Place de l’Hôtel-de-Ville. De meeste zijn omstreeks 1460 voor de ambtenaren aan het hertogelijk hof gebouwd. In een van de woningen zou Jeanne d’Arc hebben overnacht. Op genoemd plein staat de Tour Jacquemart, een ruim dertig meter hoge klokkentoren uit 1445. Het uurwerk bestaat uit vier figuren. De ouders Jacquemart en Jacqueline geven de volle uren aan, de kinderen Jacquot en Jacquette de kwartieren.

Moulins heeft fraaie café’s in een historisch decor. Het traditionele ‘Grand Café’ is een van de tien mooiste belle-époquecafé’s van heel Frankrijk. De origineel bewaard gebleven inrichting uit 1899 in art-nouveau-stijl, met spiegelplafond, is prachtig. Het Musée Anne-de-Beaujeu laat schilderijen, beelden en kunstnijverheid van een van de meest glansrijke hoven van Frankrijk ten tijde van de renaissance zien. Helaas ontbreekt mij de tijd om het museum te bezoeken. Montaigut-en-Combrailles vergt ongeveer 75 kilometer, dat moet dus goed te doen zijn.

Fietsen tussen de Allier en de Sioule in het licht glooiende heuvellandschap van de Bourbonnais bevalt me wel. Van de thermische bronnen en overige historische stadjes krijg ik niet veel mee, wel van de schilderachtig door hagen omzoomde weiden, af en toe een imposante burcht en vooral machtige eiken die de schoonheid van deze Franse provincie definiëren. De glooiende heuvels wijzen me de weg in de richting van de bergwereld van het centraal massief, dat ik mij uit een ver verleden weet te herinneren. Het warme, droge weer maakt het mij aantrekkelijk om vlotte voortgang te boeken.

Pal na het weekeinde in mei, waarin Nettie en Peter zijn gearriveerd, meld ik mij aan het begin van een maandagmiddag aan hun terras. Zij zitten met huisvriendje Max op het terras van hun onderkomen ‘Les Gicons’. Verrast en verbaasd door de fietser die zij niet zo snel hadden verwacht.

“Hier ben ik dan”, glunder ik vermoeid, maar tevreden. Hoewel het nog vroeg is, snak ik naar het beloofde glaasje wijn. Ik vind ook dat ik dat heb verdiend, waar de terraszitters het mee eens zijn. Peter tovert snel de speciale fles wijn uit zijn domein tevoorschijn. Gevulde glazen worden geheven op goede gezondheid en mooi verblijf.

De Auvergne is een ruige en strenge streek zonder valse schijn. De naam is afkomstig van het Latijnse woord ‘Arvergnia’, afgeleid van twee Keltische woorden, te weten ‘Ar’ (uitmuntend) en ‘Baran’ (soldaat). Arverniërs waren een strijdlustig volk. Waar de wijnbouw in de Auvergne op z’n retour lijkt, smaakt een tweede glas ons toch opperbest.

Ik had gedacht op ‘Les Gicons’ te kunnen blijven overnachten. Dat blijkt een misvatting, die op miraculeuze wijze wordt opgelost door het ontdekken van minicamping ‘Trouvé’, een paar kilometer verderop. Zeg maar heuveltje op, heuveltje af.

“Daar drinken we nog een derde glaasje op”, zegt de ene Peter, die 'thuis' kan blijven op les Gicons, tegen de andere Peter, die zijn volgelopen kuitspieren nog even moet inspannen. Niet voor één ritje naar de camping, maar nogmaals terug en weer heen. Gastvrouw Nettie heeft namelijk een aromatische soep bereid, waarop de fietser onmogelijk afwijzend kan reageren.

Foto’s