Bromo brult: jeep, jeep en nog eens jeep

29 september 2017 - Kalibaru, Indonesië

Wij ontkomen op Java niet aan een (slopend) bezoek aan de Bromo-vulkaan, grote wens van Erna. Een spectaculaire excursie met onvergetelijke zonsopgang en groots uitzicht op dat ‘natuurmonster’. Hoewel aan vroege wake-up-calls gewend, is het deze keer overtreffende trap. Gids en chauffeur staan klokke middernacht voor de deur van ons ‘Moonlight Hotel’. De zon komt tegen half vijf in de ochtend op en we hebben een behoorlijke rit voor de boeg. Tweeëneenhalf uur rijden brengt ons naar het adres, waar we in een jeep overstappen. Onze Ragil blijft achter (tukkie in z’n auto), maar gelukkig komt Ajus met ons mee. De lokale jeepchauffeur lijkt behoorlijk nukkig, zegt in ieder geval geen woord. Erna mag in een goede stoel voorin naast hem plaats nemen, Ajus en ik duiken zonder ons hoofd te stoten in de achterbak. Wat we gaan zien, is ongekend. De ene jeep na de andere, honderden stuks in allerlei kleuren, formaten, merken, maar allemaal vierwiel aangedreven en vijftig tinten uitlaatgassen uitstotend.

De beroemdste vulkaan van Java - Bromo (2.392 m.) - rijst op uit een enorme oude krater van het Tenggergebergte. Vanuit Cemoro Lawang is uitzicht over drie vulkanen. Naast Bromo zijn dat Batok (2.440 m.) en Kursi (2.581 m.). Tegen drie uur ’s nachts vertrekken jeeps naar het uitzichtpunt op de berg Pananjakan (2.770 m.), het hoogste punt van de kraterwand van het Tenggermassief. Wij rijden anderhalf uur schokkend en schuddend zo vroeg mogelijk tussen tientallen collega-jeeps omhoog en arriveren tegen vieren bij ons eenvoudige ‘VIP-hok’, waar Ajus thee en koekjes heeft geregeld. We moeten ons wel tussen kleumende Indonesiërs door wurmen, die zich aan open vuur enigszins proberen op te warmen. Vele toeristen willen net als wij tijdig op het uitzichtpunt boven zijn en bewandelen de smalle weg omhoog.

We weten niet wat we meemaken. Aan beide zijkanten van het pad staan jeeps geparkeerd, sommige met hun ‘neus’ naar boven, andere, met slimme chauffeurs, al vast gekeerd, opdat de terugrit gemakkelijker kan worden aanvaard. Tussen warm aangeklede wandelaars rijden brommertjes af en aan. Of we soms transport willen? Herhaaldelijk worden we ook door verkopers en verhuurders aangeklampt, die een stapel warme vesten en dekens met zich meezeulen. Voor onze mooiste, onvergetelijke zonsopgang-ervaring mengen we ons tussen een behoorlijke menigte op de ‘tribune’, die goed zicht geeft op het oosten, met vulkanen op de achtergrond. Een klein uurtje is het dringen, af en aan lopen, en een enkeling die in een donker hoekje een plasje doet, in afwachting van het oranjespektakel dat zich langzaam aan de hemel voltrekt. Buitenaards panorama, zeer lastig om op foto vast te leggen. Iedereen steekt zijn camera in de lucht, boven de voorstaander uit, om maar niets van het schouwspel te missen.

Na de zonsopgang is het zaak om in de melee de juiste jeep terug te vinden. Ajus denkt overal aan en heeft ons voor de zekerheid de cijfers van het nummerbord ingeprent. Zijn het honderden of een paar duizend van die jeeps in dit arme land. In ieder geval openbaart zich een ongelooflijke zichzelf regulerende chaos, want iedereen wil over de smalle kronkelweg naar beneden kronkelen. Naar zijn of haar jeep, die eenmaal bereikt als vervoermiddel omlaag wil. Een reusachtige sliert van 4-wheels - langwerpige slang, kruipend over mierenpad - vormt zich voor de afdaling van de steile Munggalpas. Wij verwachten weer hotelhuiswaarts te gaan, maar niets blijkt minder waar.

Tot onze verrassing begeven we ons - met de complete horde aan jeeps - in de richting van de ‘Zandzee’ aan de voet van de Bromo. Hier krijgen we een mondkapje van Ajus, die heel verstandig in de buurt van de jeep achterblijft. Met kapje voor open mond kijken we onze ogen uit naar de aantallen paardjes die over de vlakte van grijs lavazand af en aan trippelen om passagiers naar de Bromo-opgang te brengen. Wij zijn goed doortrainde tweevoeters en leggen, met veel anderen, de afstand te voet af. Wel flink kuchend door de stuifzee, die hier constant de lucht onder de blauwe hemel vervuilt. Voor ons rijst een stenen trap, die trede voor trede in 249 stappen naar de top van de vulkaan voert. Het bulderende ‘onweer’ uit de krater, continu hoorbaar, wordt luider en luider, alsof een formatie Boeings boven onze hoofden nadert.

Vanaf de rand van de trechtervormige krater kijken we in een diepte, waaruit witte rook en zwaveldampen opstijgen. Javaanse, geen Vaticaanse, beslissing met een luchtje. In-druk-wek-kend. Het hele panorama, 360 graden in de rondte, is fantastisch en ademloos verbazingwekkend. Zandhappen moet je ervoor over hebben, maar het is meer dan de moeite waard. Ook de terugweg, na opnieuw 249 stappen omlaag, blijft als spektakel verbazen. Verderop, het lijkt aan de einder, is het juiste koers zoeken om tussen de grote hoeveelheid geparkeerde jeeps de onze terug te vinden. Ajus leidt ons echter naar de juiste rij, waar we worden opgewacht om ons naar de thuisbasis van de jeepchauffeur te brengen. Hier staat een lunch voor ons klaar, opnieuw met zijn tweeën aan een riante tafel (voor acht personen) in een riant grote woning.

Na de rijst met zand en meer bijten we door voor de rit naar ons volgende hotel in Kalibaru, op zo’n anderhalf uur ‘scheuren’ om op te schieten. Zwaar vermoeid, dik slaaptekort en met schorre kelen, maar uitermate vergenoegd over opgedane indrukken melden we ons in onze rustgevende Kalibaru Cottage.

Foto’s

2 Reacties

  1. Marijke:
    29 september 2017
    Bijna een paradoxaal ontredderend magnifieke excursie in verbijsterende massaliteit en wellicht mede daardoor des te ergerlijker fascinerend. Wat een landschap in schone grootsheid en dat noodzakelijkerwijs mondgekapt.
  2. Tineke:
    9 oktober 2017
    Door omstandigheden een late reactie. Zou je mij vragen wat mij de mooiste ervaring van deze reis is, dan roep ik 'de brullende Bromo'. Ondanks de gierende jeeps en de mensenmassa! Wat een ervaring moet dat zijn. Het maakt me ook een beetje angstig, maar de spanning vergroot vast ook het plezier achteraf. Als angsthaas ben ik als de dood zo bang voor vulkanen en aardbevingen (ik maakte er een ieniemini mee in Italië als kind), desondanks schreef ik op de middelbare school wel een scriptie over vulkanisme. Wat een fascinerende reis hebben jullie gemaakt! Nooit verwacht trouwens dat het in Indonesië zó druk zou zijn...........