(12) SAM68/69, over champagne en vulkanen

28 december 2014 - Reykjavík, IJsland

Zondag 28 december 2014

De God van het vuur heet Vulcanus

Nog een paar dagen en de champagne raakt ontkurkt. Vrijkomend gas brengt de vloeistof in schuimende drift. Meestal loopt de fles over, zoals vaak ook de glazen. Het onstuimige proces gaat met subtiele wensen gepaard, met plannen en puike voornemens voor een nieuw jaar. Eens in de zoveel tijd schrikt een plotse vulkaanuitbarsting ons op. Het is in 2015 een lustrum geleden, maar ik moet aan de beelden van die IJslandse grote jongen denken. De Eyjafjallajökull – ik kan zijn naam zonder stotteren uitspreken – spuugt blokken magma zo groot als een truck met aanhanger uit zijn kratermond. Het vliegverkeer raakt behoorlijk in de war. Ontkurkt en ontregeld.

Reisplannen voor het nieuwe jaar leiden me naar het natuurverschijnsel, dat veel ontzag inboezemt. De kracht van vulkanen is indrukwekkend. Hun naam danken zij aan een klein eiland ten noorden van Sicilië. Het heet Vulcano en is al heel erg lang vulkanisch actief. De oude Romeinen noemden het zo naar hun God van het vuur ‘Vulcanos’. Springlevend of in diepe rust, ver weg of dichtbij, waarheen zal ik gaan? Mijn aandacht gaat uit naar IJsland. Het land heeft veel in de publiciteit gestaan, het versloeg Oranje in een thuiswedstrijd (2-0), en spectaculaire beelden van spuitende en stromende lava uit de Eyjafjallajökull en ook uit de Bárdarbunga trokken toenemende interesse. Ook de onze.

Hoewel je in de IJslandse winter van het magische noorderlicht kunt genieten, neigen wij naar een zomertrip met langer daglicht en mildere temperaturen. Mild? Gemiddeld ligt de zomertemperatuur tussen tien en vijftien graden Celsius – geen Griekse yoghurt -, maar soms komt twintig graden voor. In juni en juli gaat de zon amper onder. Rond middernacht kunnen we dan fraaie plaatjes maken van de warme oranje gloed. Je zult het treffen om een vulkaanuitbarsting te beleven. Nog mooiere opnames liggen dan voor het oprapen. Een bezoek aan het zuidoosten, overheerst door Europa’s grootste gletsjer Vatnajökull, kan ons ook tevreden stemmen. Waarom zou je risico’s lopen? Het imposante landschap rond het dorpje met driehonderd inwoners – Kirkjubaejarklaustur (even oefenen) – bestaat uit uitgestrekte lavavelden met dikke lagen mos, diepe kloven, basaltrotsen en watervallen. Even landinwaarts ligt Lakagígar, waar in 1783 een allesvernietigende vulkaanuitbarsting plaatsvond. De lange rij van meer dan honderd kraters levert het bewijs. Pas op de plaats, naar ik aanneem.

Reisplannen vragen om keuzes. Ik weet dat het westen van IJsland zeer geliefd is bij schrijvers. Tussen Borgarnes, waar een interessant saga-museum is gevestigd, en de gletsjer Langjökull ligt het plaatsje Reykholt. Dit is de geboorteplaats van Snorri Sturluson, een van IJslands bekendste sagaschrijvers. Lees de vorige zin nogmaals en je gaat denken dat ook hij een alliterator is. De gletsjer Snaefellsjökull is bekend door Jules Verne’s ‘Reis naar het binnenste van de aarde’. De 1.446 meter hoge vulkaan Snaefellsjökull barstte ongeveer tweeduizend jaar geleden voor het laatst uit. Ook dit gebied is dus een optie. Of zouden vulkanen zich toch onverwacht door knallende kurken laten beïnvloeden? We zullen zien wat 2015 brengt.

 

1 Reactie

  1. Marijke:
    28 december 2014
    De alliteraties achterna en nog meer IJslandse sssss-en ontdekken? Als reisdoel naast ludiek ook bijzonder boeiend. Eerst toch zeker Bilbao? Ook Bilbao bijzonder boeiende belevenis, stelt deze vrouwe zich voor.
    Dromen waarmaken....