(170) SAM69+, over La Graciosa in de Chinijo-archipel

4 juni 2015 - Caleta del Sebo, Spanje

Donderdag 4 juni 2015

Intocht, uitteelt

Ik droom nog behoorlijk over de ‘Bekoorlijke’, de gouden parel van de Canarische eilanden. ‘Isla La Graciosa’ – grootste en enig bewoonde van de Chinijo-archipel – maakt indruk. Zijn Sark en Herm van de Kanaaleilanden al magneetjes, de aantrekkingskracht van dit grootste beschermde natuurgebied van Europa, op twee kilometer voor Lanzarote’s noordwestkust, is nog sterker. Op Mirador (d)el Río overzie ik prachtige kleuren van land en water, van zand en oceaan. Vier eilandjes flankeren 28 vierkante kilometer La Graciosa. Vulkaaneilandje Montaña Clara is 256 meter hoog. Naar het noorden toont Alegranza, in omvang half de ‘Bekoorlijke’, zijn vuurtoren. Nog verder weg ontdek ik speldenknoppen in het blauwe laken: Roque del Oeste en Roque del Este.

Boven, op de Mirador, wil ik pijlstormvogel zijn, of Houbara trapgans. Visgronden rond de eilandjes zijn rijk voorzien van overheerlijke maaltijden. Roofvogels als valken, uilen, visarenden en Egyptische gieren voelen zich hier ook thuis. In de archipel heerst onbedorven zeeleven met vooroorlogse rust. Duinen en stranden van het elegante Graciosa, geelwit, lang en verlaten, schitteren in de zon. Auto’s zijn er nauwelijks, lawaai is onbekend fenomeen. Ik droom in de tijd terug. In Caleta del Sebo, het enige dorpje, staat één telefooncel. Aan de haven troont de enige bankautomaat.

Ik zie eilandbewoners door zanderige straten van hun dorp lopen. Ze leven gemoedelijk, niet anders dan hun voorouders. Oudere vrouwen met traditionele hoed van palmblad schuifelen blootsvoets. Vissers komen in de middag terug van zee, hangen inktvis aan lijnen te drogen. Goederen uit de haven worden met kruiwagens vervoerd. Aloude charme, die gebrek aan vertier ruimschoots vergoedt. Onze hostess bekent onomwonden dat de inwoners een club van inteelt vormen. Alleen rond carnaval en tijdens Fiesta del Carmen op 16 juli zitten de veerboten vol bezoekers. Uitteelt?

Hoofdstadje Caleta del Sebo is een kruising tussen wildwest-stadje en Noord-Afrikaans dorp. Tussen de paar honderd bewoners zijn vooral vissers en hun gezinnen, maar ook enkele buitenlanders. Zeiljachten uit alle windstreken meren regelmatig tussen de vissersboten aan. Vroeger is hier walvisvet gevonden, vandaar de plaatsnaam die letterlijk ‘vettige inham’ betekent. In de oude haven aan de oostkust – Pedro Barba – hebben welgestelde Canario’s en ‘godos’ (Spanjaarden) een vakantiehuisje. Pedro Barba heette de zeevaarder die in de 15e eeuw voor de Spaanse koning naar Lanzarote reisde om te verhinderen dat de Canarische eilanden aan de Portugezen zouden worden verkocht.

Ooit was La Graciosa een piratennest, ‘hang-out’ voor passerende piraten, die volgeladen handelsschepen tussen Amerika en Europa belaagden. Robert Louis Stevenson raakt door de piratenlegendes geïnspireerd. Jean de Bethencourt komt als eerste op het eiland, dat hij de naam ‘Bekoorlijke’ schenkt vóór hij Lanzarote verovert. Sinds 1876 is Graciosa permanent bewoond. Toch ben je er volgens mij in ongekende rust en met ongerepte stranden ver van de bewoonde wereld. In gortdroog, schaars begroeid landschap zie ik tussen zonsopkomst en zonsondergang kleuren van heldergeel via vele oker- en zandtinten tot dieprood. Ik zie een veerboot de zeestraat El Río oversteken.

De onderwaterzwemmer in mij duikt onder en droomt voort.

 

1 Reactie

  1. Marijke:
    4 juni 2015
    Dat je tijdens het onderwaterzwemmen zo nu en dan boven water komt luchthappen bewijst je beeldende beschrijving van het ongerepte in variabele tinten geel, van turkooizen oceaanschittering, van het zicht op al dan niet inteeltvrouwtjes , van overvliegend gevogelte...blijf luchthappen!