(178) SAM69+, over Pieterberg en Pieterpad

12 juni 2015 - Maastricht, Nederland

Vrijdag 12 juni 2015

Watermolen, waterput

Mijn NS-keuzekaart verleidt mij iedere twee maanden naar een spoorbestemming, waar ik trek in heb. Maastricht - twintig eeuwen bewoond - is de oudste stad van ons land. Niet voor het eerst schiet de plaats waar Jeker en Maas samenkomen mijn gedachten te binnen. Dik drie uur heen en drie uur terug treinen om over en langs verschillende ‘Sint-straten, -pleinen, -kerken, -bruggen en –kapellen te flaneren, lijkt wat veel van het goede. Toch is zo’n ‘vlaaientocht’ een goede reden om de devote Limburgse hoofdstad weer eens te bezoeken. NS-station uit, Sint Servaasbrug over, zo het oude centrum in. Als beloning koffie met ‘riestevlaaj’ (rijstevlaai).

Natuurlijk zie ik de monumenten, talloze winkeltjes en gezellige horeca voor me. Ik wil langs Onze Lieve Vrouwe ‘Sterre der Zee’ Basiliek en Bisschopsmolen, een oude watermolen. Om vervolgens naar Fort Sint Pieter op de Sint-Pietersberg te klimmen. Genieten van het uitzicht over de heuvels, misschien zelfs België even binnenwandelen. De Sint-Pietersberg is historisch zeer bekend, hoewel geen rijksmonument. Hij is eindpunt van de bekendste lange afstandswandeling van Nederland, het Pieterpad. Boven op de berg beschermt Fort Sint Pieter de stad Maastricht al meer dan driehonderd jaar. Het fiere fort op de noordflank - in 1701-1702 gebouwd - is een hoogtepunt. In 1717 bezoekt Peter de Grote de vesting. De gouverneur van Limburg onthaalt de tsaar feestelijk. Het vijfhoekige fort fungeert als verdediging van de zuidelijke stadsvestingmuren, noodzakelijk als de Fransen de berg in de rug belegeren.  De Pietersberg wordt door prachtige  natuur omgeven. Monumenten als het fort, Hoeve Zonneberg en Hoeve Lichtenberg ademen sfeer van vroeger tijden. In de Tweede Wereldoorlog ligt op de berg de ‘Nachtwacht’ verstopt, samen met achthonderd andere kunstobjecten. In 1867 verliest het fort zijn functie. Het maakt vanaf dat jaar geen deel meer uit van het officiële Nederlandse verdedigingsstelsel.

Een waterput, vermoedelijk uit de 19e eeuw, trekt mijn aandacht. Als arbeiders in 1936 in het kader van de werkvoorziening de omgeving van het fort egaliseren, raakt de put pardoes bedolven. Hij wordt uitgegraven en blijft tot het begin van de 20ste eeuw bij de bewoners van de toenmalige huisjes rondom het fort én bij degenen die zich een plek in het fort hebben weten te ‘bemachtigen’ in gebruik. Misschien ga ik ergens tussen de Pieterpadwandelaars wat drinken. Mogelijk ook houd ik in Kanne bij kasteel Neercanne even pauze voor ik aan de tweede helft van mijn route begin. Daarin zal het riviertje de Jeker op de terugweg mijn gids naar Maastricht zijn. Eerst loop ik een stukje boven de rivier, dichterbij de stad er vlak langs. Midden door het groene Jekerdal. Langs de stadsmuren kom ik weer in het oude centrum. Vanaf de stadswallen en de Helpoort geniet ik van een fraai overzicht.

Hoeveel kilometers heb ik afgelegd? Geen 492, die het Pieterpad lang is. Ook geen 55, die rivier de Jeker lang is. Ik schat dat ik er veertien aan mijn conduitestaat kan toevoegen. Geen gek getal, voor een vlaaieneter, voorheen voetballer.