(262) SAM69+, over brede borst aan lagune

Vrijdag 4 september 2015

Klein kasteel in Knysna

Ons riante ‘Mossel Bay Guesthouse’ biedt schitterend uitzicht over Mossel Baai en Indische Oceaan. De naam Mosselbaai is afkomstig van de Nederlandse zeevaarders, die hier heel veel mosselen, oesters en kreeften vinden. De eerste Europeaan die hier landt, is Bartholomeus Diaz in 1488. Na hem volgt Vasco da Gama in 1497. In het ‘Diaz-museum’ van Mossel Bay ligt een replica van Diaz’ zeilschip, dat in Portugal is gebouwd. Het vaart in 1988 naar Mosselbaai vanwege de 500-ste verjaardag van Diaz’ landing in Zuid-Afrika.

Vanuit onze comfortabele kamer zien we enkele vrachtboten liggen wachten, helaas geen zeeleeuwen, dolfijnen of walvissen. We denken dat er te veel wind staat, want de mogelijkheid tot zo’n oceanische verrassing van magistrale waterdieren bestaat wel. In het avonddonker is het spel van lichtjes op de hellingen langs de baai adembenemend.

Onze reis leidt vervolgens in de richting van de ‘Garden Route’, die van Mosselbaai via Knysna tot voorbij Plettenberg doorloopt. In deze route gaat het om een ‘Afrikaanse tuin’, niet keurig verzorgd en aangelegd, maar gespreid langs de kust met water, groen en weelderige regenwouden. Onze eerstvolgende bestemming is ‘Bradach Manor’ in Knysna. Op weg hierheen stoppen we in de kleine rustige badplaats ‘Wilderness’ voor een kopje koffie. De sfeer is er heel ontspannen, al begrijpt de dame in het info-centrum niet wat we met ‘stamps’ bedoelen als we de standaard met ansichtkaarten bekijken. Dan maar geen kaartjes voor het thuisfront. 

In Wilderness kan je uren doorbrengen. Er zijn eindeloze zandstranden met enorme golven, kronkelende rivieren, beschermde lagunes en beboste hellingen. Wilderness draagt zijn naam niet voor niets. Grootste attractie is het ‘Wilderness National Park’, een ecologisch uniek gebied met rivieren, lagunes, zoutmeren en moerassen. Het gebied is een vogelparadijs, vooral voor veel watervogels, maar ook zijn er de kleurrijke ‘Knysna Lourie’ en talrijke ijsvogels, zoals de ‘Kingfisher’ te spotten. Een wandeling door die wildernis kost helaas zeeën van tijd, die ons op doorreis niet ter beschikking staan. Je moet er ook de puf maar voor hebben.

Wij zoeken de rust en verpozing in onze Manor, die op een opvallende plek in Knysna - de parel van de West-Kaap - staat. Dankzij mijn trouwe kaartlezeres weten wij ons onderkomen, even buiten de stad op een helling gelegen, betrekkelijk eenvoudig te vinden. Waar gastvrouw Tilly ons al opwacht, weten we niet wat wij zien. Door de glazen wand in het imposante gebouw hebben we een uniek, onvergelijkelijk uitzicht over de ‘Knysna Lagune’ en tussen de ‘Heads’ - de berghoofden - door op de Indische Oceaan. Onze huisvesting is een klein kasteel, dat de heuvel boven Knysna domineert. Als je van de kant van Kaapstad langs de lagune over de dijk rijdt, zie je het als eerste. De naam ‘Bradach’ stamt af van de Ierse voornaam Brady, die zoveel als ‘breedborstig’ betekent.

Hongerig vragen we om iets te eten. Het antwoord is breedborstig: ons valt een geweldige sandwich met ham, kaas en mosterd, begeleid door salade ten deel.