(346) SAM69+: ‘Tenerife, tijdje terug’ (5)

27 november 2015 - Buenavista del Norte, Spanje

Vrijdag 27 november 2015

Todo tranquilo

Punta de Teno is een van de oudste overgebleven vulkanische uitlopers van Tenerife. Miljoenen jaren geleden spuwde dat waarvan de Guanches geloofden dat het de duivel was, zijn gesmolten woede deze kant op. Nu staan hier sterke kliffen die zich in zuidelijke richting terugtrekken vanuit dit westelijkste puntje van het eiland. De omgeving heeft een ongetemd, wild gevoel dat nergens op het eiland wordt geëvenaard. 

En wij hebben het Teno-massief niet eens beklommen …

Op de terugweg stoppen we nog voor zo’n zwarte ‘Afrikaanse’ kop uit lavasteen geschuurd, zeg maar ‘Black Boy’, die de oceaan bestudeert. Het is Mirador de la Monja. In het felle zonlicht steekt hij als een halve maan - schaduwzijde pikzwart - prachtig af tegen het donkerblauw van de oceaan en lichtblauw van de hemel. Zes windmolens op rij wuiven hem koelte toe. Zij wekken slechts nieuwsgierigheid op. Op dit verlaten plekje in de bocht, waar het lastig parkeren is, heeft iemand zijn fototoestel op een stenen bankje laten liggen. Liggen laten, luidt ons devies. Wellicht keert de rechtmatige eigenaar terug, en anders hoeven wij er geen schuldgevoel aan over te houden.

Door de stedelijke spreiding is het moeilijk te zeggen waar Buenavista del Norte eindigt en Los Silos, vier kilometer verderop, begint. Je merkt in ieder geval wel dat je je in een bananenlandschap (van een koninkrijk, Spanje is geen republiek) bevindt. Waarom hebben wij eigenlijk bananen in de supermercado gekocht? Krom, krom, krom …

Op het centrale pleintje van Buenavista d. N. drinkt Erna haar gebruikelijke cafe con leche, waar ik mijn even zo gebruikelijke cerveza tegenover stel, dit keer een pijpje Dorada. Gitaarmuziek klinkt vanachter de bar onder de muziekkoepel naar buiten, duiven storten zich uit de omringende laurierbomen omlaag om hier en daar hun graantje mee te pikken. Het is het gemoedelijke Spaanse leven, met veel geklets en allerlei soorten geluiden dwars door de muziek heen. ‘Todo tranquilo’, uiterst gemoedelijk dus. En het zonnetje brandt, en brandt, en brandt.

Het is twaalf uur, de kerkklok slaat het precies. Bij wijze van ritueel slaat een zeer gebruinde, invalide man in zijn rolstoel voor de ingang van het kroegje - hij kan er simpelweg niet naar binnen - zijn bestelde neut in een keer achterover. Aansluitend wisselt hij wat muntjes uit met de ober. Plots start een reusachtig tromgeroffel van kerkklokken dat minstens een minuut lang aanhoudt. Even stilte, dan nogmaals. Het is geen gevoelig carillon, meer een metalig klinkende tamtam die in rap tempo de laatste nieuwtjes doorseint.

Aan de slotklanken is het weerbericht af te luisteren: son, son, son. Net wanneer wij denken ‘Hoe vaak zullen ze het herhalen?’ start een derde lawaaigolf. Is dit computergestuurd?

De allerlaatste slagen klinken als vuistslagen. Tamtam, Bambam, bis bis, luider, luider. Om vijf over twaalf herpakt de gitaarmuziek zich. Het klokgelui dempt, valt stil. Een tiener schuift een helm over zijn oren. Zijn brommer geeft gas, de uitlaat blaast als schuiftrompet een hymne vol vurige voetnoten in opzwepend ritme van een flonkerende flamenco.

(wordt vervolgd)

 

1 Reactie

  1. Marijke:
    27 november 2015
    Sfeer oproepen via de 26 letters van ons alfabet kun jij als geen ander. Los Gigantos, daar op Tenerife: symbolisch vergelijkbaar met jouw kunstige kunde woorden aaneen te rijgen...