(395) SAM69+: ‘Tenerife, tijdje terug’ (35)

15 januari 2016 - Candelária, Spanje

Vrijdag 15 januari 2016

Erna wil nog een blik werpen in San Juan de la Rambla. Dat kost weinig moeite, het is vlakbij. Het dorpje ligt doodstil aan onze route. Het oogt pittoresk, maar er is helemaal niets te beleven. We kussen het vluchtig, adiós.

Candelaria is een havenplaatsje van elfduizend inwoners. Hier huist een knots van een basiliek. Erna nuchter: “Basilieken zijn meestál groot”. Deze is van de Madonna van Candelaria, de ‘licht schenkende’ beschermheilige van de Canarische eilanden. Volgens legende is het Mariabeeld nog vóór de kerstening van Tenerife door Guanchen ter hoogte van Güímar op het strand gevonden. Na enkele wonderbaarlijke gebeurtenissen krijgt het beeld bijzondere betekenis en wordt het in een grot geplaatst. In de 19e eeuw verdwijnt het bij een stormvloed in zee. Daarna is het nooit meer teruggevonden. Het huidige Mariabeeld is een imitatie van een vroegere kopie.

Elk jaar wordt half augustus een grote bedevaart naar het beeld gehouden, waarbij de pelgrims op het grote plein voor de basiliek samenkomen. Aan de rand van het plein staan enkele realistische bronzen beelden die de negen ‘menceyes’ voorstellen, inheemse heersers uit de tijd van de conquista.

Voor bezoekers zijn met name het oude centrum en het moderne stadsdeel Las Caletillas van belang, waar langs de strandpromenade veel nieuwe restaurants en cafés zijn te vinden.

Na het geluk van een subliem parkeerplekje boven het plein dalen wij de traptreden af. We steken onze neus in de basiliek en bijbehorend souvenirwinkeltje - cd’tje met traditionele Canarische muziek aangeschaft - en wandelen op ons gemak door het oude centrum. Uiteraard proeven we ook een biertje en een ‘kofje koppie’. Er heerst een heerlijk sfeertje, ondanks de omvang van het stadje, zeg maar twee keer Garachico qua inwonertal. 

Om 12.00 uur moeten onze oordopjes weer even in: twaalf klinkende paukenslagen uit de top van de basiliek.

Op een bankje van het grote plein bestudeer ik de negen Guanches in brons. Erna maakt foto’s, ik probeer zo’n oerinwoner van z’n sokkel te stoten. In alfabetische volgorde lees ik van rechts naar links dribbelend hun illustere namen: TEGUESTE, ROMEN, PELINOR, PELICAR, BENEHARO, BENCOMO (in de Duitse roman ‘Tanausú, Koning der Guanchen’ lees ik over hem en Ica), ANATERVE, ADJONA, ACAYMO.

Hoewel onze honger begint te knagen, zoeken we wat verder dan Candelaria naar een eetgelegenheid. Die queeste eindigt ongeveer twintig kilometer voor het vliegveld, onze eindbestemming op Tenerife. Restaurante Bar de Todos in Poris de Abora is een pleisterplaats waar je normaliter niet voor kiest. Er staan minstens vijftig windmolens tussen de rotsen voor de deur van dit ongezellige dorp. Het waait er flink, dat zal veelvuldig, zo niet altijd het geval zijn. Nu beseffen we dat een groepje windmolens op twaalf kilometer uit de kust in onze woonomgeving - Egmond, Castricum - eigenlijk niks voorstelt. Even verderop staan er opnieuw een stuk of vijftig.

Deze zuidelijke Tenerifekust moeten wij helaas als een lelijke, kaalogende zeestrook beoordelen. De vangst uit het zilte nat - calamares à la plancha, sardines - laten we ons niettemin goed smaken.

(wordt vervolgd)