Op bezoek in Bilbao

23 oktober 2014 - Bilbao, Spanje

Onze volgende stedentrip leidt naar Bilbao. Het nieuwe jaar 2015 nadert met rasse schreden, zoals mijn 69-ste verjaardag zich ook al weer snel aandient. Ik zal mij daar op mijn oude dag niet in het Frans over uitlaten, evenmin in het Spaans. En het Baskisch ben ik (nog) niet machtig, de taal van mysterieuze oorsprong, bindende kracht van de Baskische cultuur. 

Wel machtig lijkt ons een bezoek aan Bilbao in de 21-ste eeuw. De ambitieuze stad heeft het industriële verleden van zich afgeschud en wil zich een stralende toekomst smeden. In het middelpunt van wat door een metamorfose een opwindende metropool is geworden, staat Museo Guggenheim. Hebben wij met het gelijknamige museum in New York al eens kennisgemaakt, het is Erna’s wens om het kunstzinnige moois, dat opgeslagen ligt in de stad langs de spectaculaire Atlantische kust, ook eens  te bewonderen. Naar Bilbao dus, naar Baskenland, naar Euskadi, waar men ongi etorri zegt in plaats van welkom. Wat ons bovendien aantrekkelijk lijkt, is de onnavolgbare gastronomie die de Basken ons zullen kunnen voortoveren. Met gids Juan, mijn broer uit Murcia, aan onze zijde, kan het niet anders dan dat de pintxos-bars tijdens onze uitgebreide stadswandelingen aan onze voeten liggen.

Wat wij ervan weten is dat het Guggenheim Museum in Bilbao, net als zijn ‘neven’ in New York, Venetië en Berlijn van architect Frank O. Gehry, een ode aan de hedendaagse westerse kunst is. De Baskische trekpleister is goed voor ongeveer een miljoen bezoekers per jaar. We zullen dus even in de rij moeten staan. Het fraai vormgegeven museum heeft 150 miljoen euro gekost. Het dynamisch golvende gebouw telt niet minder dan 2.500 ramen (‘Kopje koffie, glazenwasser’?), 33.000 platen titanium en 11.000 vierkante meter expositieruimte. We kunnen het ‘futurische schip dat als het ware aan komt varen’ niet ontlopen.

Wat wij zeker niet ontlopen, heb ik al genoemd: pintxos-bars. Baskische tapas op de tapkast worden hier tot de rangen van de gastronomie verheven. Koud met een prikker op een stukje brood of warm als een ovenschoteltje, ze overstijgen de grenzen van onze smaakpapillen. Uiteraard gaan we zien of een glas Txakoli, licht mousserende, droge witte wijn, inderdaad met meesterhand van grote hoogte in het smalle, hoge glas wordt gegoten.

Van de Basilica de Begona in het noordoosten via liften en trappen langs middeleeuwse straatjes naar Casco Viejo, de Oude Stad beneden. De over de stad wakende Maagd van de Begona moet oppassen: wij komen eraan. Binnenkort.