Bomen over boerderijen en brinken in Drenthe

24 oktober 2014 - Norg, Nederland

Historische boerderijen en met bomen beplante brinken. In bijna elk dorp van Noord-Drenthe stuit je erop. De ene brink herkenbaar als historische dorpsruimte, de andere bijna onzichtbaar door veranderingen in het landschap. In het land van Drentse esdorpen zijn brinken vaak een centrale plek om op een bankje onder de eikenbomen even uit te rusten. Anders dan nu was het vroeger op menige brink een drukte van belang. Er werd handel bedreven op de jaarmarkten, vooral in paarden, schapen en klein vee, niet te vergeten ook in hout. Later vermaakten dorpsbewoners zich op de brink, bijvoorbeeld op de kermis. Ik geef de voorkeur aan de rust die de huidige dorpsbrink uitstraalt.

In de Drentse esdorpen zijn de essen ontstaan toen de eerste mensen zich er vestigden. De es – vaak iets hoger gelegen dan het dorp zelf – was een gemeenschappelijke akker van de boeren. De brink was de gemeenschappelijke ruimte tussen de boerderijen, vaak aan de rand van het dorp. Brink betekent ook ‘rand’. Aan de ene kant bouwland, aan de andere kant uitloopgebied voor vee. Kwamen meer boeren in het dorp, ontstonden er vaak ook meer brinken.

Oorspronkelijk waren de brinken bedoeld voor het verzamelen van schapen, varkens en koeien. Ze waren de schakel tussen de boerderijen, het vee liep via de veedriften naar de weidevelden en heidegebieden. Op sommige brinken zijn nog waterputten te vinden, die als drinkplaats voor het vee dienden. Later zijn er vooral eiken op de brink geplant, bestemd voor houtproductie. Eikenhout was bijvoorbeeld erg gewild voor de scheepsbouw in de 17e eeuw. De eikels dienden vaak als voer voor de varkens.

Een van de esdorpen in Noord-Drenthe met een lange geschiedenis is Norg. De eerste brink hier ligt voor de middeleeuwse dorpskerk en heet - het ligt voor de hand - de Kerkbrink. Norg kent niet minder dan zes ‘echte’ brinken. Naast de Kerkbrink onder meer de Paardenbrink, Putbrink, Westeind, Oosteind en Brink aan de Steeg. De Paardenbrink is nog steeds een ruimte voor de vee- en warenmarkt. De Kerkbrink is nu parkeerplaats, waarop eens per week de weekmarkt wordt gehouden. De Putbrink dankt zijn naam aan het afvoerputje voor overtollig regenwater.

De Norgermarkt is een bekende paardenmarkt, die verschillende keren per jaar op dinsdag plaatsvond. De boeren reisden de dag tevoren aan – voormarkt – en behoefden de zondagsrust dus niet te verstoren. Zij brachten de nacht door in café Holman, hotel Karsten of bij particulieren. Velen sliepen ook in het hooi of in linnenwagens. Drank werd in vele tapperijen geschonken, vaak in een kamer van een boerderij met vergunning om op de marktdag drank te verkopen. De mannen gebruikten de bomen op de brink vaak om bij hoge nood te urineren. Zelfs vrouwen deden daar, voor zij de kerk bezochten, nog even hun behoefte. In de kerk was namelijk geen wc. Aan de rand van Norg staan nog boerderijtjes, die vaak meer dan tweehonderd jaar oud zijn.

In het mooi gelegen Peest was de brink eveneens verzamelpunt voor schapen, voordat de herder zijn kudde naar de heide leidde. Zuidvelde kent een grote brink en nog drie kleinere hoekjes brinkgrond, die met bomen zijn beplant. Op de brink werd in een zogenaamde zaagkuil hout gezaagd. Westervelde, waar wij op Landgoed ‘De Jufferen Lunsingh’ logeerden, heeft een grote herkenbare brink. In de volksmond wordt hij schoolbrink genoemd. Hij ligt net op een plek waar het grondwater zich verzamelt. Vroeger werd op deze natte plek zelfs geschaatst. De eiken, die er nu staan, zijn ruim veertig jaar geleden geplant. Naast de grote brink zijn er nog twee kleinere, die niet echt een brinkfunctie kennen. Ook hier zijn bomen geplant.

In het dorp Westervelde staat bovendien een middelgroot hunebed, aangeduid met de naam D2. Van de vier oorspronkelijke dekstenen zijn er nog twee over, van de derde ligt een groot brok op de grond. Langs de rand zitten sporen van gaten die er in de 18e of 19e eeuw zijn ingeboord om de steen met springstof op te blazen. Springstof die bij de vierde deksteen goed werkte …

Het noordelijkst gelegen hunebed van Drenthe ligt tussen Roderesch en Steenbergen. Dit draagt de naam D1. De telling van hunebedden is in 1925 door archeoloog Van Giffen gedaan. Hij bracht alle hunebedden van Drenthe in kaart. ‘Hunen’ is een oude naam voor ‘reuzen’. Hunebed betekent dus eigenlijk ‘reuzenbed’. Bewoners spraken meestal over ‘steenhoop’ of ‘steenbarg’. Hunebedden zijn de oudste monumenten van Nederland, meer dan vijfduizend jaar geleden door het Trechtbeker-volk gebouwd. Zij waren de eerste boeren van Noord-Europa en begroeven hun doden in de hunebedden.

De noordelijkste brink van Drenthe staat trouwens in Peize. Het is een kleine brink, waar geen oude bomen zijn terug te vinden. Deze brink had vroeger de vorm van een zandloper. Aangrenzend ligt de dorpskerk uit de tweede helft van de 13e eeuw met veel eiken eromheen. Voor zover bekend is de brink van Peize nooit geheel met bomen beplant geweest. Het was een open brinkruimte met hier en daar een boom. Er vonden dorpsactiviteiten plaats en boeren van buiten het centrum stalden er vroeger hun paard en wagen als zij naar de kerk gingen.

Tijdens ons kortdurende verblijf op Landgoed ‘De Jufferen Lunsingh’ is het er niet van gekomen om de aanbevolen fietstocht door het ‘coulissen-landschap’ af te leggen. Dat ga ik dus nog een keertje doen, als volgt:

Ik fiets de oprit van het Landgoed af en ga naar links. Na vijftig meter scherpe bocht, rechtsaf de Steeg in. Op T-splitsing (Schoolstraat) naar links, vervolg de weg ongeveer twee kilometer. Bij kruising op Oldehofweg linksaf het fietspad op (paddenstoel 13503) richting Een/Veenhuizen tot over sluis/brug, daarna rechtsaf (Veenhuizerweg) naar Een. Bij rotonde in Een rechtdoor en via Hoofdstraat naar Steenbergen. Hier Hoofdweg volgen naar Roderesch. Provinciale weg (Norgerweg) oversteken en fietspad op. Einde fietspad (paddenstoel 03367) linksaf richting Peize, fietspad volgen in Mensingebos (paddenstoel 68284) naar Roden. Langs sportvelden VV Roden naar centrum Roden, rond de kerk langs Havezathe Mensinge naar Lieveren. Na paar honderd meter fietspad langs Provinciale weg. In Lieveren rechtsaf naar Langelo, vlak voor café Bralts linksaf de Middenweg op en deze ongeveer twee kilometer volgen. Einde weg richting Bunne (paddenstoel 13503), dan de Achterseweg op tot aan Provinciale weg. Parallel aan weg linksaf het betonnen fietspad op, voorbij theehuis de ‘Bosrand’ rechtsaf naar Noordsche veld. Door hekje (wildrooster) over Noordsche veld (schelpenpad) weg vervolgen, aan einde linksaf over Provinciale weg naar Zeijen. In Zeijen aan einde brink rechtsaf (Zuidenstraat), alle afslagen negeren tot aan Peest. Bij binnenkomst Peest eerste weg linksaf (paddenstoel 21622) naar Zuidvelde/Westervelde. Ik blijf rechtdoor fietsen. Bij Zuidvelde de weg recht oversteken, aan einde van schelpenpad komt ‘De Jufferen’ weer in zicht.

Dit ritje langs bomen, boerderijen en brinken is ongeveer veertig kilometer. Om dat te voet af te leggen, zal me nooit gelukken. In het zadel moet het echter, vooral bij lekker fietsweer, een fantastisch ‘fluitje van een cent’ zijn. Fietsvriendin Els is vast een liefhebster, die dit Drentse spoor wil volgen. Om onder de eiken van een brink even van de oorverdovende stilte te genieten. En ook om een 'boom op te zetten'. Dat laatste natuurlijk over het ongekend mooie Drentse landschap.

 

Foto’s

2 Reacties

  1. Hans Samuel:
    24 oktober 2014
    'De eikels dienden vaak als voer voor de varkens.'
    Verleden tijd helaas want hoe lekker smaken varkens niet gevoed met eikels (en dan zeg ik niet eens hoe gezond).
    Hier (Spanje) wereldberoemd: jamón de jabugo, de beste ham ter wereld. Ham gemaakt van een iberisch varkensras dat vrij rondloopt en zich voedt met bellotas (eikels).
    Daar ga ik nu verder 'geen boom over opzetten', dat voert te ver. Leuk genoeg jouw bomen over boerderijen en brinken in Drenthe te lezen. Evenmin daag ik mezelf uit mee te doen met
    je fietstocht van 40 kilometer. 'Geen fluitje van een cent' maar ik denk het met de benenwagen aan te kunnen.
  2. Hans Samuel:
    24 oktober 2014
    Voor alle duidelijkheid: ik bedoel natuurlijk dat varkens gevoed met eikels juist heel lekker smaken.