Op bezoek in Olifantgrot en Apenbos

2 oktober 2017 - Ubud, Indonesië

Ondanks talloze excursie-mogelijkheden kiezen we op Bali voor enige ontspanning. Het is tenslotte niet alleen een ‘werkvakantie’ met alleen inspanningen om de Indonesische cultuur te proeven. Meneer Tondang, onze reisagent ter plaatse, poogt ons aan activiteiten als jungle trekking, jeep safari, rafting en rivier trekking te laten deelnemen. No way. Wij vullen één verblijfsdag in met een cultureel uitstapje - klokje rond van ongeveer tien a.m. tot tien p.m. - naar de ‘Olifantgrot’, Ubud en omgeving, apenwoud Alas Kedaton om vervolgens, in de late namiddag, een mooie zonsondergang bij de spectaculaire zeetempel van Tanah Lot te aanschouwen.

De eerste vrije dag in Hotel Puri Saron bestempelen we tot rustdag. We wandelen wat rond over het hotelterrein, naar het strand en door de drukte van Seminyak, waar veel verkeer en volop toerisme de boventoon voeren. We ondergaan nog steeds de invloed van vervuilde lucht op onze kelen, die hoestend en proestend protest aantekenen. Brommers, scooters en auto’s leggen ook hier met een overdosis uitgestoten stof- en roetdeeltjes beklemmend beslag op onze luchtwegen, die toch al belegd zijn met fijnstof uit de Zandzee van de vlakte rond de Bromo-vulkaan.

De volgende dag brengt ons een cultuurtour onder leiding van - tot zijn trots Nederlands sprekende - gids Ketut. De rondrit leidt ons van Kuta langs hoofdstad Denpasar naar kunstenaarsstad Ubud, daarna naar Tanah Lot en vervolgens langs de kust terug naar ons onderkomen in Seminyak. “Gasgeven, remmen, lachen”, luidt Ketuts opdracht aan de chauffeur, die ons vlug en veilig door het drukke verkeer loodst.

De ‘Olifantgrot’ - Goa Gajah - is pas in 1923 door westerlingen ontdekt, alhoewel hij uit de elfde eeuw stamt. Via een trap komen we in de tempel en andere monumenten, die ongeveer vijftien meter onder de grond liggen. Grote, in 1954 uitgegraven bronnen zijn bedoeld om te baden en als bron van heilig water. Het is er benauwd, we ervaren geen enkele aandrang om een bad te nemen. De grot, ingang in gebeeldhouwde omringende rotsen, is een kleine, bedompte ruimte met nissen, waarin shivaïtische en boeddhistische beelden.

Met kunstenaars, talrijke tempels en musea is Ubud het culturele en artistieke hart van Bali. De naam van de plaats is een verbastering van obat, de Indonesische naam voor medicijn. Op deze locatie groeiden vroeger namelijk veel geneeskrachtige planten. De stad trekt nog steeds een publiek van kunstminnaars en muziek- en dansliefhebbers. Hoewel volgens sommigen de groei van het toerisme de sfeer heeft verpest en Ubud tot centrum van commerciële exploitatie heeft gemaakt. In ieder geval zijn er interessante musea, waaronder Museum Puri Lukisan met een mooie collectie Balinese kunst, Blanco Renaissance Museum ter herinnering aan leven en werk van Don Antonio Blanco en Neka Art Museum met werken van Balinezen, andere Indonesiërs en westerlingen.

Aan het einde van de lange Monkey Forest Road ligt het Monkey Forest Sanctuary, een beschermd gebied voor groepen Balinese langstaartmakaken. De dichte jungle draagt als officiële naam ‘Mandala Wisata Wenara Wana’, beter bekend als ‘Heilige Apenbos’. Het bos geldt als heilig vanwege de aanwezigheid van de ‘Tempel van de dood’. 

De apen die het bos bevolken, zijn verre van heilig. We lopen er doorheen onder leiding van een vrouwelijke gids, die een stok in haar handen draagt om eventuele agressieve apen - uit op tassen, etenswaren, brillen - op afstand te houden. De dreiging van de stok hielp. We liepen geen apenbeet op en hoefden ons dientengevolge dus niet tegen tetanus of rabiës te laten inenten. Ook de in onze ogen enorm grote vleermuizen, overdag in de buitenlucht op hun kop hangend, accepteerden onze aanwezigheid zonder moeilijk te doen. Wonderbaarlijk.

2 Reacties

  1. Marijke:
    2 oktober 2017
    Wonderbaarlijk is ook het mega-verschil tussen NL en Indonesië op cultuur- en landschappelijk terrein, is het niet? (Yes, is het wèl!)
    Je blijven verwonderen, wat is er mooier dan dat---
  2. Reggy:
    2 oktober 2017
    Als Ketut Kentut zou heten was het een scheet geweest. Nu ook wel denk ik. Wij zijn indertijd ook in Ubud en de 'elephant's café's geweest. Ook olv. Lokale gids die mij was aangeraden door mijn zoon. Prima kerel. Wist zelf ook veel wetenswaardigs te vertellen. Trouwens even terugkomend op een beet van een aap. Dat overkwam een reisgenoten van ons op Sumatra tijdens een excursie door een grote kruidentuin. Zij werd gebeten door een aap en de gids pakte een pisangblad, wat kruiden vermengd met zijn speeksel en smeerde dat op de gewonde plek. Vervolgens pisangblad erover. Nergens last van en 2 dagen later beet verdwenen. Maar op Bali hebben we indertijd heerlijk rondgereden, maar ook heel decadent aan het hotelzwembad gezeten, genietend van Bintang, daiguiri's en veel lekkere hapjes. Dat dan ook weer wel.