Bruisend Brazilië in vierkwartsmaat (16)

13 januari 2017 - Rio de Janeiro, Brazilië

Wanneer ik sport(-ievelingen) noem, heb ik het in Rio zeker ook over futebal. Gewoon voetbal of futevollei (voetvolley bij ons), avond aan avond zijn stranden van Flamengo tot Barra strijdtoneel van plaatselijke balvirtuozen. Voetbal heeft hier, net als carnaval, een sociale functie. Het is belangrijk bind- en smeermiddel en het brengt verbroedering.

De eerste strandwijken van de stad waren Glória, Flamengo en Botafogo. Wij fietsen langs de wijk Botafogo, eens gewilde plek voor aristocratie en gegoede middenklasse. Door opkomst van Copacabana, Ipanema en Leblon is de allure verloren gegaan. Toch maken vergane glorie van gebouwen in belle-époquestijl en relatieve rust Botafogo tot aantrekkelijk stadsdeel. Via verkeersas Rua Jardim Botãnico komen we langs groene wijken Lagoa en Jardim Botãnico, met prachtige huizen uit 19e en begin 20ste eeuw. We fietsen op weg naar de wijk Leblon langs Lagoa Rodrigo de Freitas, een hartvormig meer.

In Leblon houden we halt voor een versnapering bij een Quiosque. Hier sabbelen velen aan een rietje, dat in een met dorstlesser gevulde kokosnoot steekt. Bij Leblon ligt - samen met dat van Ipanema - het mooiste strand van Rio. Een lange strook zand loopt tot aan de voet van Dois Irmãos, bergrotsen die als Twee Zusters naar boven priemen. Glunderend kijken we om ons heen naar strandleven in optima forma. Ook hier gaan de ganse dag fietsers en joggers over de calçadão (promenade). Wij keren langs het strand van Ipanema en Copacabana terug naar Edificio Anápolis, waar RiobyBike is gevestigd. Wanneer de fietsen zijn ingeleverd, lonkt Hotel Majestic voor een majesteitelijke douche en ontspannen siësta. Ons wacht in Rio ook nog een ‘Full day City Tour Rio’, beginnend om half negen in de volgende ochtend.

Rio Maximo pickt ons op tijd in de hotellobby op. Met z’n zevenen - twee Thais en drie Argentijnen, naast ons, Hollanders - plus een chauffeur en gids Adrian, een bioloog, gaan we Rio verkennen. Te beginnen met de Suikerbroodberg, die we in twee etappes met een kabelbaan bestijgen. Omdat we vroegtijdig zijn, is het bij de toegang nog rustig, zo ook op de berg zelf. Het uitzicht is adembenemend, dat moet op het eind van de dag met ondergaande zon nog fraaier zijn. 

“Je kunt niet altijd alles mee hebben”, zeggen wij tegen elkaar, terwijl we het ene na het andere vliegtuig op de ultrakorte landingsbaan zien landen. Ik stelde het al: a-dem-be-ne-mend!

Het Suikerbrood is een van de hoogtepunten in Rio de Janeiro. Vanwege de bijzondere vorm noemden de Portugese zeevaarders hem Pão de Açúcar. Pas in de 20ste eeuw is hij toegankelijk gemaakt. De kabelbaan is in 1912 voltooid. In twee etappes leidt hij naar de top. Eerst naar de Morro da Urca op 224 meter hoogte, daarna stap je over om van die rotspunt naar de top op 395 meter te komen. De spectaculaire entourage heeft als decor voor menige speelfilm gediend. 

In de cabine voel ik (70) mij ‘James Bond’ (007), hoewel Roger Moore geen kaartje kocht en er bovenop ging staan. IJzingwekkend idee.

(wordt vervolgd)

Foto’s

2 Reacties

  1. Marijke:
    13 januari 2017
    Woord- en beeldillustraties tonen een whow-Rio, wat een mooie stad is dat en hoe subliem helder ver konden jullie kijken vanaf die Suikerbroodberg.
  2. Cor Kluijtmans:
    6 februari 2017
    Ik zag geen foto van de kabelbaan (misschien niet goed gezocht) omdat ik een fobie heb bij kabelbanen, vooral als ze "open" zijn, maar misschien was deze dicht. Een dichte zou ik na wat aarzeling misschien nog nemen, vooral als je zoiets moois te zien krijgt wat jij beschrijft.