Erop losrijden in de Druivenstreek

1 februari 2020 - Overijse, België

In Belgisch Overijse heb ik - opnieuw - de smaak te pakken gekregen. Die van het mountainbiken, althans in theorie. Flinke wandelingen lieten zien dat hier een prima uitvalsbasis voor ferme fietstochten is, binnen of zelfs buiten de grenzen van de Druivenstreek. Ik ben zeker van plan om in de komende lente of zomer de ketting van mijn mountainbike voor een sportieve toer of een ontspannen tocht te smeren. Mogelijkheden genoeg in de ‘Ardennen in het klein’. Aanrader zou een rit door de schilderachtige Druivenstreek naar studentenstad Leuven kunnen zijn, waar het altijd gezellig toeven is.

Andere mogelijke toer volgt de Zoniënwoudroute, vijftig kilometer lengte, waarvan meer dan de helft door het Zoniënwoud, Capucijnenbos en Warandepark van Tervuren loopt. Hier wisselen eeuwenoude, statige beuken staaltjes van koninklijke tuinarchitectuur af. Toch fiets ik dan slechts op een ‘boogscheut’ van Brussel, om het op z’n Vlaams uit te drukken. Zelfs ga ik een paar keer onder de Ring door, als welkome gast door ‘glazen dorpen’ als Hoeilaart, Overijse, Duisburg. De route is licht heuvelachtig, dat ligt mij wel, hoewel hij helaas niet is bewegwijzerd. Ik beschik over de ‘goede benen’ om de colletjes te bedwingen. Het volledige parcours bestaat uit achttien kilometer beton- en asfaltweg plus 32 kilometer grindweg. Met de Australische Cape-to-Cape in het achterhoofd en achter in de kuiten mag dat geen probleem opleveren.

Het Zoniënwoud is ongetwijfeld het mooiste beukenbos van België. De rijzige beuken geven het woud op vele plaatsen een statig uitzicht. Romantische dichters vergeleken de hoge stammen graag met de pijlers van een gotische kathedraal. Het woud heeft een oppervlakte van meer dan 4.300 hectare, die zich voor het grootste gedeelte over grondgebied van Vlaams-Brabant en Brussel uitstrekt. Het woud wordt door talrijke dreven en voetpaden doorkruist, alleen voor wandelaars, fietsers of ruiters toegankelijk.

Nog een keuze is de Druivenfietsroute, die alle gezichten van de Druivenstreek toont. Daarin doorkruis je vier druivengemeenten, terwijl glooiende velden, pittige hellingen en weidse vergezichten voor in- en ontspannende trapbewegingen zorgen. De hele tocht bedraagt een afstand van bijna vijftig kilometer. In de Druivenstreek kan ik mijn suikers ter stimulering rechtstreeks uit de druif destilleren. ’s Zomers en tot in de verre nazomer kun je immers de druiventrossen kraakvers uit de serres van de druiventelers kiezen.

Als je erop losrijdt, moet je onderweg ook kunnen uitpuffen. Nou, dat kan heel goed, er zijn rustpunten en fietscafés voldoende. De fietscafés beschikken zelfs over officiële erkenning als fietsvriendelijk café. Ik ken mezelf, heb af en toe best even behoefte om uit te blazen. Nee, zonder biertje te nuttigen, dat zakt in knieën en kuiten, dat kan pas aan het eind van de rit worden geklokt! Bij zo’n erkend fietscafé is het tevens mogelijk om je fiets in orde te maken als dat nodig is en e-bikers kunnen er hun accu opladen.

Waar een kortstondig bezoek aan gastvrije, goede vrienden al niet toe leidt. Onder de rook van Brussel in de geur van de druif: voor herhaling vatbaar, ook op de fiets!

(Einde)

*Met veel dank aan Sabine en Serge voor hun joviale, gastvrije ontvangst

4 Reacties

  1. Sabine en Serge:
    1 februari 2020
    We voelen ons vereerd...
  2. Peter Samuel:
    1 februari 2020
    Amai, ere wie ere toekomt!
  3. Sabine en Serge:
    1 februari 2020
    We wachten vol ongeduld op je komst ....
  4. Peter Samuel:
    1 februari 2020
    Als in dag 1 of 2 (!) van mei de zon schijnt, neem ik ongeduld handenschuddend weg ... zadelpijn of geen zadelpijn.