Lokroep van de ‘Smaragden Gordel’ (deel 8)

15 juli 2017 - Ubud, Indonesië

Bali moet het kroonjuweel in de schatkist vol wonderen zijn die de Indonesische archipel is. Als je die aanprijzing leest, móet je er wel een keer heen. Het eiland is een meesterwerk van de natuur, gevormd door een oost-westketen van vulkanen. De keten wordt gedomineerd door twee hoog oprijzende pieken - Gunung Batur en Gunung Agung - die zijn ‘gebeeldhouwd’ door een aantal schitterende, diepe ravijnen, die in noord-zuidrichting lopen.

De Gunung Batur - Baturberg - is niet de grootste vulkaan van Bali, wel de actiefste. Een spectaculaire krater omringt hem, wat erop duidt dat hij ooit veel groter was. Tijdens een uitbarsting is de kop eraf geschoten. In de afgelopen tweehonderd jaar is hij meer dan twintig keer uitgebarsten. De grootste eruptie vond in 1917 plaats, waarbij meer dan duizend mensen omkwamen en meer dan tweehonderd tempels zijn verwoest.

De Gunung Agung is een 3014 meter hoge, actieve vulkaan, die Oost-Bali domineert. De berg speelt een grote rol in het leven van alle Balinezen. Velen oriënteren hun huizen, tempels en zelfs bedden in relatie tot deze heilige plek, waar de geesten van voorouders zouden huizen. Als je de berg beklimt, moet je dan ook rekening houden met de gevoelens van de bevolking. Ik vergelijk het met de beklimming van Ayers Rock in midden-Australië, waar niettemin toeristen veelal aan de gevoelens van Aboriginees voorbijgaan.

Hoewel lange tijd is gedacht dat de Gunung Agung dood was, barstte hij in 1963 uit. Askolommen schoten hoog de lucht in. De ramp duurde een half jaar. Hele dorpen werden begraven, bijna tweeduizend mensen kwamen om, veel landbouwgrond werd onbruikbaar. De met rotsen gevulde rivieren van Oost-Bali en Agungs kale oostelijke flank herinneren er nog altijd aan. De plaatselijke bevolking gelooft dat de ramp plaatsvond omdat de geestelijken de Eka Dasa Rudra op het verkeerde moment uitvoerden.

De Eka Dasa Rudra is een hindoeïstische, spirituele zuiveringsceremonie, die om de honderd jaar plaatsvindt. Volgens oude teksten had de plechtigheid niet in 1963, maar in 1979 moeten worden gehouden.

Sinds Nederlandse geleerden en westerse kunstenaars Bali in de eerste tientallen jaren van de 20e eeuw ontdekten, wordt het eiland gezien als een synoniem voor Shangri-La, het paradijs op aarde. De benaming ‘sprookjeseiland’ voor Bali is heel vaak gebruikt, al vertoont het eiland door de toeristeninvasie veel overeenkomst met andere tropische, idyllische plekken die hun culturele identiteit en inheemse charme hebben verloren.

Velen denken dat de Balinese kunsten hun luister zijn kwijtgeraakt, dat de gamelans staan te roesten en dat dansers het podium hebben verruild voor een baantje in de horeca. Niets schijnt minder waar te zijn. De veelzijdige aard van de Balinese kunst is een opvallend voorbeeld van het Balinese vermogen om nieuwe invloeden in hun eigen traditionele leven in te passen. Elementen die niet in hun verfijnde, alomvattende levensstijl passen, stoten de Balinesen met nadruk af. Bali beleeft in veel opzichten een culturele renaissance, met grotere en nog schitterender tempelfeesten en oude kunstvormen die weer opbloeien.

We gaan het zien, we willen het ontdekken …

2 Reacties

  1. Marijke:
    15 juli 2017
    Ubud is hèt kunstenaarsdorp, zeker niet overslaan. En de in zee liggende tempel Tana Lot beslist ook bezoeken. Bij eb kun je er naartoe wandelen, bij vloed is het zicht erop, vooral bij maanlicht, een sprookje, een meditatief sprookje...ahhh, zo mooi.
  2. Justin:
    17 juli 2017
    In Ubud vind je het huis en de kunstgalerij van HAN SNEL. De Nederlandse kunstschilder Han Snel (1925-1998) woonde en werkte gedurende een halve eeuw op het Indonesisch eiland Bali. Lees de biografie hier https://www.amazon.co.uk/Han-Snel-Kunstenaar-Avonturier-Levensgenieter/dp/1546413987/
    De auteur, die reeds sinds 1983 op het eiland Bali woont, was een vriend van de kunstenaar. Er bestond nog geen biografie van Han Snel. Dit boek vult deze leemte aan. Deze biografie begint met zijn jeugd in Scheveningen, zijn belevenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog en zijn gedwongen vertrek naar Indonesië als dienstplichtige soldaat. De lezer krijgt ook een inkijk in de woelige jaren van de jonge Indonesische Republiek en hoe Han Snel dit alles overleefde en een beroemd artiest werd. De informatie voor dit boek komt uit de mond van Han Snel zelf, die uitgebreid geïnterviewd werd door de auteur. Een tweede informatiebron is Siti Snel, zijn weduwe, die nog steeds op Bali woont.