Mooie stad aan het water: Dordrecht (5)

28 mei 2019 - Dordrecht, Nederland

Omdat wij een nachtje overbleven, stapten we ‘s avonds een visrestaurant binnen. ‘De Stroper’ aan Wijnbrug 1 - klassieke Franse keuken - leverde een voldaan gevoel op. Exquise voorafje met oesters en garnalenkroketjes, gevolgd door zalige zalm en tintelend toetje tot besluit. Geen Schapenkopjesbier van de Stadsbrouwerij, noch hazelnootgebak van Bakkerij Brokking, maar voortreffelijke droge witte wijn om op Dordt te toosten.

Van het voetbal keer ik weer terug naar de cultuur. Monumentenstad Dordrecht bezit honderden monumenten en beeldbepalende panden. Hij grossiert in middeleeuwse gebouwen, typisch Dordtse gevels, voorname patriciërswoningen, pakhuizen, kerken en watertorens. Na onze zwerftocht per benenwagen verkenden we de stad ook van de andere kant. We maakten per open elektrisch aangedreven fluisterboot - ‘Dordtevaar’, opstap aan de Wijnbrug - in krap één uur een ontspannen tochtje door historische binnenstadshavens. Bij de Groothoofdspoort voeren we bovendien even de rivier op. Door Dordtse ‘waterwandelgangen’ bukten we onder druppelende bruggen, keken donkere doorkijkjes in en vergaapten we ons aan kolossale pakhuizen. Over de Oude Maas manoeuvreerde de schipper ons koersvast over het middelpunt van de Europese scheepvaartroute, de kruising met Beneden Merwede en de Noord.

Dordtse handelaren woonden liever niet aan een kade. Daar stonden hun pakhuizen. Van mooi uitzicht kun je nu eenmaal niet leven, zo luidde hun visie. Dat was te zien aan het adres vlak naast ons onderkomen aan Kuipershaven 14 (mét uitzicht). Op nummer 17 staat een in 1656 gebouwd wijnpakhuis. Met twee figuren die de hijsbalk dragen, wezens met bokkenpoten en horens, volgelingen van de Griekse wijngod Bacchus. Op huisnummer 8 trekt een gietijzeren vrouwenkopje, omkranst door een schelp, de aandacht. Misschien stelt het Aphrodite wel voor, de Griekse godin van de liefde en de schoonheid, die op een schelp naar de kust werd geblazen, slechts in het schuim van de golven gehuld.

Op weg naar het station, voor onze thuisreis, stapten we de ‘Damiatebrug’ aan de Kuipershaven over, in de volksmond ook wel ‘Diamantenbrug’. Deze enig overgebleven ophaalbrug stamt uit 1854. Met zijn onder ongewone hoek - in een knik - staande brughelften vormt hij de verbinding tussen het Damiatebolwerk en de Kuipershaven. Vanwege het typerende ophaalmechanisme werd de brug, vroeger van hout, nu van gietijzer, ook aangeduid als Galgebrug. Aan de overzijde van de rivier stond op de hoek met de Noord een galg opgesteld, vandaar die aanduiding.

De allereerste trein op NS-station Dordrecht stopte er op de allerlaatste dag van 1871. De locomotief kwam uit Breda en ging niet verder. Reizigers naar Rotterdam moesten zich naar het Groothoofd begeven en daar inschepen op een lijnboot. Toen een klein jaar later de brug over de Oude Maas klaar was, kwam aan dat reisongemak een einde. Vanaf 31 oktober 1872 beschikte Dordrecht over een volwaardig station, voorzien van wachtruimtes eerste, tweede en derde klasse.

Cees Buddingh’ was zijn leven lang een echte treinreiziger. Hij bezocht NS-station Dordrecht dan ook veelvuldig. In welke wachtkamer hij plaatsnam, is ons niet bekend. Wij konden onmiddellijk de Intercity naar Haarlem instappen. Tweede klasse, na een Eerste-klas stadsbezoek. 

Hoe verder van Dordt …

(einde)

Foto’s

1 Reactie

  1. Marijke:
    28 mei 2019
    Dat was Dordt van voor naar achter van links naar rechts van boven van onder in alle opzichten beleefd, doorleefd genoten hebben, overgoten met luxe eten en fraai zicht en uitzicht...ja ja, wie verre reizen maakt ontgaat veel dichtbij!