Nondedju de Montaigut (3)

6 oktober 2016 - Bastenaken, België

Het wegennet door landen en streken is niet statisch. Wegen ontstaan en verdwijnen, raken in onbruik en worden weer in ere hersteld. Met wegenkaart en smartphone fiets ik Bastogne (Bastenaken) binnen, vanouds vestingstadje aan een knooppunt van wegen dat voor het eerst in 634 als Bastoneco wordt genoemd. Alléén reizend was men vroeger vrij weerloos. Koningen en graven beschikten over een geleide, maar gewone mensen reisden in groepen. Omdat de nachten koud en gevaarlijk waren, zocht men een veilig onderdak in ommuurde steden, die daardoor opbloeiden. Onderdak en voeding leverden immers geld op. Ik reis in mijn eentje, besef daardoor dat ik op mijn hoede moet zijn, maar ben niet van plan om met geld te strooien.

Zouden kloosters als religieuze centra nog steeds hun betekenis voor langskomend verkeer hebben? Op het platteland bestonden kloostergemeenschappen en abdijen, die voor passanten altijd een onderkomen ter beschikking hadden. Veelal richtten deze instellingen zich speciaal op pelgrims, het hemd is en blijft nader dan de rok. Ik moet glimlachen als ik een verhaal lees over een abt van een gastvrije abdij die zich ergerde aan de wijze waarop de pelgrims van voedsel werden voorzien.

Dikke soep met veel vlees en brood, rijkelijk belegd met worst en kaas, voor de dorst een goed glas wijn. Waar vind ik dat kosthuis, waar meer en meer bezoekers op af kwamen. Helaas. De abt vreesde voor de welstand van zijn instituut en gelastte zijn kok het wat zuiniger aan te doen. Pelgrims kregen voortaan waterige koolsoep, droog brood en pompwater. Niet zo gek dat de gasten wegbleven en voortaan een omweg voor lief namen langs een andere, meer gulle abdij. De karig geworden abdij raakte in verval, zijn toegangsweg groeide dicht. Ik heb geen schijn van kans om er aan te kloppen …

Bastogne is in de Tweede Wereldoorlog vrijwel totaal verwoest. Hier was in december 1944 de haard van het Ardennenoffensief, een laatste wanhopige poging van de Duitse legermacht om de geallieerden tegen te houden. Het stadje ligt op een vlak, uitgestrekt plateau, is op 525 meter de hoogst gelegen stad van België. Het vergt een flinke trap op mijn pedalen om monumenten als het uitgebreide oorlogsmuseum en een Amerikaanse tank op de markt te bezichtigen. Dan ben ik de gotische St. Pieterskerk met bijzondere leistenen toren uit de 12e eeuw en de 14e-eeuwse Trierer stadspoort, overblijfsel van de stadsmuren, al gepasseerd. Of ik in Bastenaken onderdak vind, weet ik niet. Wel neem ik mij voor om een stokbroodje hesp op de kop te tikken, want Bastogne staat bekend om de voortreffelijke ham die er vandaan komt.

Zuidwaarts uit Bastenaken vertrokken, blijft mijn route licht golven op een hoogte van rond vijfhonderd meter. Ik fiets nog steeds door de hoge Ardennen, met afwisselend weiden en bossen. Het vervelende is dat de wind op open stukken soms niet onder doet voor die aan de kust. Gelukkig groeit in Lecheret een opvallende honderdjarige beuk met zeven stammen, waartegen ik onderuit kan om uit te rusten.

(wordt vervolgd)

1 Reactie

  1. Marijke:
    6 oktober 2016
    Aken-Bastogne is een eind trappen op de pedalen. Daartussen liggen hopelijk goede pleisterplekken voor jou als fietsende pelgrim, opdat verzuurde benen, gepijnigde billen en de kurkdroge keel zich kunnen laven aan rust en aan pintekes van dat mouthoudend drankje!