On our way to Jasper National Park

21 mei 2016 - Jasper, Canada

De route van Banff National Park naar Jasper NP is een van de mooiste van Canada. Over de ‘Icefields Parkway’ komen we langs reusachtige bergen en prachtige gletsjers, Ontelbare sparren markeren het gebied. Wat een natuurlijke schoonheid, kilometers lang (ruim driehonderd tussen de plaatsen Banff en Jasper), wat een discipline op de weg met spaarzaam verkeer (maximaal 90 kilometer per uur), wat een voortreffelijk weer ondanks mindere voorspellingen, wat een indrukwekkende ervaring.

Onze rit langs Lake Louise naar Jasper voert over Highway 93, onder de noemer Icefields Parkway een van de mooiste bergwegen ter wereld. Dwars door het hart van de Canadese Rockies, langs talrijke gletsjers, watervallen, meren en bergketens, door brede rivierdalen en donkergroene sparrenbossen. In het begin van de 19e eeuw de route van indianen en pelsjagers. Zij noemden hem ‘Wonder Trail’, waar wij in de 21ste eeuw nog steeds mee kunnen instemmen.

Op de grens van Banff NP en Jasper NP rijden we over de 2.030 meter hoge Sunwapta Pass. De buitenthermometer van onze Hyundai geeft met een piepgeluid vier graden Celsius aan, een bijbehorend icoon in het dashboard licht op om - overbodig - tegen gladheid te waarschuwen. Vlak achter de pas ligt het hoogtepunt van onze rit, het Columbia Icefield, genoemd naar Mount Columbia, met 3.747 meter de op een na hoogste berg van de Canadese Rockies. Wij zien het grootste ijsveld in de Rocky Mountains in volle zon, waar sneeuwbuien en onweer waren voorspeld. De ijsvlakte is meer dan 360 meter dik en 325 vierkante kilometer groot. Acht gletsjers vinden hier hun oorsprong, drie zijn vanaf Icefields Parkway zichtbaar. De Athabasca Glacier reikt tot anderhalve kilometer van de highway.

Na het Icefield komen we door het brede, door gletsjers uitgesleten dal van de Sunwapta River. We bezoeken de Sunwapta Falls. Even verder treffen we de nog imposantere Athabasca Falls. Hier stort het water van de Athabasca River zich met donderend geraas twaalf meter langs kwartsgesteente in een nauwe kloof omlaag. Nevelgordijnen zorgen voor een regenboog, vochtige lucht doet in de kloof een vegetatie met korstmossen, wilde bloemen en heesters groeien. Aan de oostkant van de waterval zien wij Mount Kerkeslin oprijzen, waarvan de indiaanse naam ‘Veelvraat’ betekent.

Jasper Townsite met ongeveer vierduizend inwoners is het eindpunt van onze dagtocht. In vergelijking met Banff is dit plaatsje rustiger, hoewel er in de zomer een zeer levendige sfeer schijnt te hangen. Nu is het behoorlijk stil, waar wij de voorkeur aan geven. We denken erover om ten zuiden van Jasper van het panorama op Whistlers Mountain te gaan genieten. Met de kabeltram ‘Jasper Tramway’ bijna duizend meter steil omhoog zweven om op 2.400 meter hoogte van een magnifiek uitzicht over Jasper en het dal van de Athabasca River te smullen. Maar we moeten natuurlijk afwachten of het een heldere dag wordt, die ons in staat stelt om in het noordwesten de tachtig kilometer ver gelegen top van Mount Robson te zien, met 3.954 meter de hoogste berg van de Canadese Rockies.

Foto’s

1 Reactie

  1. Marijke:
    21 mei 2016
    Mooie, mooie illustratiefoto's!
    Mount Robson zal ook jullie hart stelen net als het 'hart' van het fototoestel.
    Het bezoekerscentrum daar is ook zeer de moeite waard om allerlei wetenswaardigs te 'smullen'. Wat een land hè! Zouden jullie er niet willen wonen?