Met Santiagogangers door de Ardennen (deel 4, slot)

16 juni 2017 - Avioth, Frankrijk

Thuis blik ik terug op mijn fietstochtje onder leiding van gids Jan, meestal voorganger, en soms op afstand volgende Karlien. Tussen hen in maak ik op mijn gemak de nodige fietskilometers, soms de koppositie overnemend. Als LA-beginner let ik goed op hoe ervaren lange-afstand-fietsers als zij hun ‘persoonlijke opdracht’ vervullen. Onder de indruk van hun magnifieke e-bikes verbaas ik mij hoe gemakkelijk ik het tempo kan bijhouden. Tegen de heuvels op raakt Karlien meestal wat achterop, zodat de twee koplopers bovenop kans hebben enigszins op adem te komen. Die gelegenheid gunnen we Karlien uiteraard ook. Mijn rusttijd is een flink stuk langer dan ik mijzelf, fietsend in mijn eentje, veroorloof.

“Op deze hellingen ga ik Karlien altijd voor”, verklaart Jan op een gegeven moment. “Maar als het echt steile stukken zijn, is zij als eerste boven. Dan kan ik haar niet bijhouden”. Zijn opmerking roept mijn vraagtekens op, ik kan het me niet voorstellen. Maar waarom zou Jan bezijden de waarheid spreken? Toch krijgen mijn twijfels ruggensteun als Karlien de ketting van haar tandwielen weet te schakelen. Dat kan altijd gebeuren, maar naar ik heb begrepen, is het niet de eerste keer. Mijn behoefte om besmeurde oliehanden op te lopen is niet groot. Echtgenoot Jan, die zich voor de herstelklus opwerpt, heeft voorzorgsmaatregelen genomen. In zijn fietstas zitten handschoenen, die ik mij herinner van het tanken bij een benzinestation. Wegwerphandschoenen, bewijzen van Jans degelijke voorbereiding.

Ondertussen kijk ik kritisch naar mijn wat slapjes hangende ketting, die eigenlijk thuis al gespannen had moeten worden. Ik bedwing wegwerpgebaren, neem me voor om met verfijnd gevoel te blijven schakelen, ook naar het regelmatig terugkerende kleinste verzet. (Bij thuiskomst kan ik zeggen dat mijn verre van perfect onderhouden ketting zich gewoon in zijn gareel heeft gehouden).

Ook ben ik bij thuiskomst nieuwsgierig naar het verdere verloop van de fietsreis van Jan en Karlien. Ik probeer hun belevenissen op het internet te vinden, wetend dat Karlien een dagboek van opgedane ervaringen bijhoudt.

‘Www,Janenkarlien2017.waarbenjij.nu’ levert het antwoord, dat ik blogvolgers niet wil onthouden. Lange-afstands-avonturen kunnen namelijk op verschillende manieren tot een einde worden gebracht.

Uit het reisverslag van Jan en Karlien van woensdag 10 mei 2017:

Joubiéval-Léglise - Nachtvorst op de ramen en een frisse, zonnige ochtend …

… even op een stenen bankje, om dan de laatste kilometers naar Léglise te fietsen.

Met herhaaldelijk vragen en zoeken vinden we gîte ‘La Fournage’. Zowel straatnaam als huisnummer zijn gewijzigd!! De beheerster duikt vanzelf op als zij ons ziet rondscharrelen. We krijgen een gezellige kamer met badkamer. 

Plots duikt een eenzame fietser op: Peter. Ook hij krijgt een bed met eigen badkamer. De keuken is ruim genoeg, maar eten vinden is een probleem. Het enige restaurant is gesloten en de kruidenier dicht. Rest alleen de bakker. We slaan blikjes fris, brood, een paar worstjes en de laatste pizzaatjes in. In de avondzon genieten we ons sobere maal en Peter vertelt over zijn fietstocht. De rest van de avond nestelen wij ons in de ruime banken van de woonkamer en wisselen ervaringen uit over fietsen en andere avonturen des levens.

Uit het reisverslag van Jan en Karlien van donderdag 11 mei 2017:

Léglise-Avioth - Als we opstaan valt er regen. Na een ‘snoep’-ontbijtje bij de bakker is het droog en vertrekken we met zijn drieën. Peter fietst een stukje mee. Het weer klaart op en al snel fietsen we in een zonnig, groen landschap. De weg slingert op en neer met een goede balans tussen klimmen en dalen. Er is ruimte voor een praatje, vooral als we een riviertje volgen en nog een kasteel spotten om een foto te maken. We steken de Semois over en doorkruisen nog een paar dorpjes als Izel en Pin. Daar wacht een verrassing. Onze gids (Jan dus, PS) stuurt ons door een zeer smal tunneltje en een graspad een helling op en daar begint een afdaling door de bossen. Heerlijk, alleen het wegdek is nogal slecht en vergt veel aandacht. Beneden staan we plots bij de abdij van Orval, het indrukwekkende complex van een cisterciënzer abdij met bijna tien eeuwen historie.

We drinken koffie met Peter, want hij gaat verder. Dan bezoeken we de abdij en bidden met de monniken het middaggebed in de imposante kerk met een reuze Maria met kind in Jugendstil boven de gang …

… We fietsen nog enkele kilometers door een groen dal om er weer uit te klimmen en dan zijn we in Frankrijk. De heuvels zijn even groen als in België en ze worden lager. We bereiken al snel Avioth … en vinden onderdak in ‘La maison de partage’ …

Uit het reisverslag van Jan en Karlien van maandag 15 mei 2017:

Troyes-La Coudre - … Het is een stralende fietsdag, echt genieten. Plots zien we een fata morgana. Wij denken aan Peter met zijn rode shirt. Naarmate we de heuvel beklimmen, zien we dat het een wapperende rode vlag is. Veel dorpjes pronken met een eeuwenoud kerkje, zo ook St. Phal, de ene kant in de steigers, de andere kant in volle glorie.

Een gehucht of wat verder staat een blaffende hond midden op de weg. Jan fietst erlangs en trekt zijn been in. Als ik langs fiets, bijt de hond in mijn kuit. Jan schreeuwt dat ik door moet fietsen. Een boerderij verder kloppen we aan. Het zijn twee lelijke vleeswonden en mijn been bloedt. De vrouw wikkelt mijn been in een natte handdoek, ontsmet de wonden en plakt ze af. Ze trommelt haar man Christian op en hij rijdt ons naar de huisarts, vijf kilometer verderop. Die meldt dat de ene wond de spier heeft geraakt, ontsmet, plakt af en stuurt ons door naar een ziekenhuis … ruim vijf uur op de eerste hulp, vriendelijke artsen en verpleegsters … in elke wond gaat een draadje … moet elke dag verzorgd worden door verpleegkundige … prik tegen hondsdolheid in reeks van vijf … we moeten zowat een tas bijkopen voor verband … enz. enz.

Ik heb de verslagen van Jan en Karlien verder gevolgd. Het resultaat mondt voor hun in een enorme teleurstelling uit. Zij hebben hun geplande Santiago-trip ruim voortijdig moeten afbreken en zijn noodgedwongen huiswaarts naar Wilnis gekeerd.

Zo kan het dus ook gaan, bedenk ik in mijn eigen leunstoel thuis. Wat stellen twee lekke banden voor in vergelijking met een lek gebeten kuit. Ongelukken zitten in kleine hoekjes, blaffende honden bijten niet - zegt men -, maar blijken niet voor de poes. 

Helpt voorzichtig zijn? Helpt hogere machten aanspreken? Helpt bidden? 

Gisteren liep ik in het centrum van Arnhem. Schiet een glimlachende man mij aan: “Gelooft u in God?”.

“Neen!”, zeg ik kort maar krachtig.

“Hij bestaat wel, hoor”, luidt de reactie. De man wijst naar de blauwe hemel. 

“Weet u het zeker?”, vraag ik de hemelbewaarder.

“Ja, heel zeker”, ik kan u daarover vertellen”. Reden voor mij om door te lopen. 

Jezelf zijn en blijven, geconcentreerd bezig zijn en goed opletten, dat soort dingen blijft mijn leidraad in het dagelijks bestaan. Pech kan altijd toeslaan, maar je kunt veel voorspoed afdwingen en veel narigheid voorkomen.

Motto op mijn oude dag: ‘Carpe diem’.

Jan en Karlien zullen na herstel vast een nieuwe LA-fiets-poging ondernemen. 

Of ik dat ook nog eens doe?

2 Reacties

  1. Marijke:
    16 juni 2017
    Bijzonder! Zowel jouw als Jan en Karliens verhaal. Sneu voor die twee dat ze hun pelgrimage moesten afbreken vanwege een bijtende hond.
    De voorzienigheid valt niet te voorzien en het carpe diem biedt geen garantie voor een mooie dag-oogst! Toch, blijf plukken!
  2. Nettie:
    18 juni 2017
    Weer mooi opgeschreven , ook het verhaal van Jan en karlien, wat super naar dat hun dit is overkomen, hopenlijk geneest het goed!
    En peter knap dat je de man netjes liet weten niet in god geïnteresseerd te zijn!!