Singapore, voor ons een ideale stopover (deel 3, slot)

In Singapore met zijn tropische klimaat zijn de temperaturen vrijwel het hele jaar constant. Wij brengen er twee nachten door en stellen ons in op slapen in warmte van ongeveer 25 graden C. In Nederland hebben we dat een beetje kunnen oefenen. Het is niet echt lekker om de nacht in door te brengen, maar met een airco moet het lukken. Overdag is het in Singapore meestal 30 tot 32 graden C., gelukkig altijd met redelijke kans op een regen- of onweersbui. Blijft over dat de luchtvochtigheid vrijwel altijd boven de 75% is en er nauwelijks wind staat. Niet echt aangenaam voor ons dus, maar we moeten het ermee doen.

Singapore River, de levensader van de stad, stroomt langs pakhuizen uit 1920, langs bars en restaurants van Clarke Quay en langs de wolkenkrabbers in de financiële wijk. Ik vermoed dat wij, al zijn we wandelaars, aan boord van een van de parlevinkers zullen stappen. Deze boten varen in zo’n drie kwartier over de rivier, langs de kades en door Marina Bay. Prachtige uitzichten op skyscrapers, sfeervolle kades met terrassen en de Marina bieden volop gelegenheid tot fraaie foto’s. Het mooiste moment dat we eigenlijk moeten kiezen, valt vlak voor zonsondergang.

Sir Thomas Stamford Raffles, stichter van de vrijhandelspost op Malakka, verdeelde dit latere Singapore in zijn stadsplan van 1822 in gescheiden wijken. Ten zuiden van de Singapore River werden pakhuizen en rederijen gebouwd, waarachter Chinese arbeiders in krappe omstandigheden woonden. Daar ontstonden Chinese tempels en groepen Chinezen met dezelfde naam en afkomst spraken hun dialect. Die authentiek Chinese sfeer is gebleven. Mochten we hier doorheen lopen, merken we dat ongetwijfeld aan aangeboden koopwaar en kooplui, die ons continu zullen aanspreken. ’s Avonds moet het er met de drukte op straat, vele kraampjes en de prachtige boeddhistische tempel aan Sago Lane een betoverende indruk maken. Nee, ik denk dat we kleurrijk Chinatown in Singapore niet zullen overslaan.

Singapore Botanic Gardens, net buiten het centrum van de stad gelegen, laten de mooiste botanische tuinen van Zuidoost-Azië zien. Dat alleen al is voldoende reden, met name voor Erna, om het park te bezoeken. Bovendien is dit tropische landschap het enige werelderfgoed van Singapore. Het werd in 1859 als ontspanningsoord aangelegd, de paden kronkelen erdoorheen om een goed beeld van de natuur uit deze regio te geven. Meer dan tweehonderd soorten palmbomen, gazons omgeven door beeldhouwwerken, lanen vol jasmijn, een gedeelte met meer dan duizend soorten orchideeën. Dat moet in een ochtendbezoek, wanneer de lucht nog fris is, wel een oase van rust opleveren. Vooral bij het aanzien van de lokale bevolking, bezig met het beoefenen van Tai Chi …

Ons zal ook het gigantische bouwwerk boven op Marina Bay Sands Resort zonder twijfel opvallen, geschikt voor een mooi plaatje. Bovendien natuurlijk de Merlion, het voor de stad zeer kenmerkende standbeeld. Half vis en half leeuw, wakend als een mythisch beest over de Singapore River, symboliseert het op unieke wijze de eenwording van de leeuwenstad met de zee. 

Singapore, we gaan ons er onderdompelen …