Ullapool uit, Inverness in

6 september 2016 - Inverness, Verenigd Koninkrijk

B&B ‘Dacama’ in Ullapool zwaait ons uit voor de omweg naar de volgende tussenstop. Regenachtige rit, sombertjes, maar naarmate hij vordert blauwer met zonnestralen. Hoe fraai is het Schotse landschap, hoe kleurrijk in tinten. Groene berghellingen, blauw in het zwerk, paarse heide, donkerblauwe tot zwarte meren. Wat ’n land, wat ’n ruimte, hoe weinig mensen, af en toe wat schapen, de weg overstekend. Zo moet ene Fentener van Vlissingen een half jaar per jaar hebben gewoond, comfortabel primitief. Geen buren, stromend water, elektriciteit, wifi of toilet. Om zijn behoefte te doen, moest hij stroomafwaarts bij het langsstromende riviertje door de knieën. Om zich te wassen en tanden te poetsen ging hij stroomopwaarts. Het comfort was rust, ruimte, knapperend houtvuur en eens per maand landende helikopter die een flesje wijn kwam brengen.

Ons traject langs Loch Assynt naar Ardvreck Castle is bochtig mooi. Enkele decennia geleden was dit gebied particulier bezit. De inwoners van Assynt hebben het deel voor deel gekocht en zodoende de tijd van feodaal grootgrondbezit beëindigd. Wij gaan te voet naar de karige resten van het kasteel. Hier zijn bloedige clanvetes uitgevochten. Die tijd is geweest. Nu resten slechts schapenkeutels die de groeven in de zool van onze wandelschoenen bedreigen. Voor een koffiestop rijden we naar de kust, waar Lochinver niet ver is, geen havenplaats om over naar huis te schrijven.

We koersen oostwaarts langs Ledmore en Lairg  om bij Golspie het befaamde Dunrobin Castle te bezoeken. Talloze auto’s langs de oprijlaan, wij nestelen ons vooraan. Paleis Soestdijk is een tuinderswoning vergeleken bij dit kasteel met niet minder dan 189 kamers. De toegangsprijs vormt geen rem op het aantal bezoekers, die tweemaal daags een valkeniersvoorstelling kunnen bijwonen. Als de vogelaar net is begonnen, beleven wij een kwartiertje van de show. Hilarisch schouwspel met om de haverklap een lachsalvo op de tribune.

Voor de toeschouwende meute uit bezoeken wij het museum, waar honderden jachttrofeeën ons aanstaren. We struikelen over wild uit de ganse wereld, nek en hoofd van een giraf, geflankeerd door twee krokodillen voorop. Foto’s schieten mag helaas niet. We zullen heus de Partij voor de Dieren niet over de inboedel van dit ‘tuinhuisje’ informeren. De wakende suppoost moet bulderend lachen om de mededeling dat wij in ons nationale parlement over zo’n one-issue-party beschikken.

Via glorieuze tuinen aan de rand van het Noordzeewater stappen wij het kasteel binnen. Ik vraag een van de vrouwelijke suppoosten in welke kamer het ‘diner-for-two’ wordt opgediend. Zij verwijst ons naar de eerste verdieping, maar we moeten ons wel eerst omkleden. De ongelooflijke rijkdom van de familie Sutherland, een dynastie van graven en hertogen, doet ons van de ene in de andere verbazing vallen.

Daarna is het hoog tijd om ons gespreide bedje in Inverness op te zoeken, nog zo’n vijftig mijl verderop. Het bevindt zich in een wijk waar vrijwel elk huis een bordje B&B-guesthouse voor de deur heeft staan. Ons onderkomen heet ‘Amulree’, waar we van harte welkom worden geheten.

Foto’s